Voorwoord
In 2003 vierde het Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis zijn eerste jubileum. In tien jaar tijd volgden redacteuren, vormgevers en drukkers elkaar op, maar afgezien van een duidelijke cesuur tussen de tweede en derde aflevering heeft die processie zich overwegend in stilte voltrokken. Het Jaarboek dat u nu in handen houdt, is het product van de inspanningen van wederom nieuwe redacteuren, een nieuwe vormgever en een nieuwe drukker, maar bovendien een nieuwe uitgever. Of juister gezegd, het Jaarboek heeft er een uitgever bij gekregen. Het is nu een gezamenlijke uitgave van de Nederlandse Boekhistorische Vereniging en uitgeverij Vantilt in Nijmegen.
Voor de beslissing om een externe uitgever in de arm te nemen waren verschillende redenen. De directe aanleiding was dat de tekstredactionele werkzaamheden een dermate zware aanslag op de vrije tijd van achtereenvolgende tekstredacteuren betekenden, dat het allengs moeilijker werd om een daarvoor voldoende gekwalificeerde vrijwilliger te strikken. Vantilt levert het Jaarboek een uitstekend gekwalificeerde vakman. Ook is het plezierig om de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van het productieproces in professionele handen te kunnen geven. Dat Vantilt bovendien een bijdrage kan leveren aan bredere publiciteit en distributie, zal naast het Jaarboek zelf ook de Nederlandse Boekhistorische Vereniging ten goede komen.
Nu ik toch het gebruikelijke redactionele zwijgen in een algemeen (niet thematisch samengesteld) nummer heb doorbroken, gebruik ik de gelegenheid graag om de aandacht te vestigen op nog een vernieuwing.
Aangezien de verspreiding van het Jaarboek voor het overgrote deel plaatsvindt via de koppeling aan het lidmaatschap van de nbv, blijft het voor de redactie lastig te schatten hoe de publicatie wordt gewaardeerd. De schaarse evaluerende geluiden die de redactie bereiken, geven bepaald geen aanleiding tot verontrusting - integendeel - en het voortbestaan staat allerminst op de tocht. Toch heeft de redactie gemeend dat er ruimte was voor enige verbetering. Daarbij werd niet gedacht aan de kwaliteit van de bijdragen, want de redactie heeft er altijd naar gestreefd het beste te publiceren waartoe de Nederlandse boekwetenschap in staat is, en de auteurs de best mogelijke begeleiding te geven.
Waar de redactie nog wel ruimte voor verbetering zag, was in de positie die het Jaarboek zou kunnen innemen in het boekhistorische debat en met name de reflectie op ons vakgebied. Een dergelijk debat wordt nu alleen incidenteel en kort gevoerd, of over zo'n grote tijdspanne dat het niet of nauwelijks als een debat herkenbaar is. De redactie wil daarom graag proberen in iedere jaargang ten minste één bijdrage op te nemen om het debat te stimuleren.
Wij hadden ons geen betere illustratie kunnen wensen van het soort bijdrage dat ons hierbij voor ogen staat dan het review-artikel door Wim Heijting van A handbook for the study of book history in the United States (2000), Perspectives on American book history. Artifacts and commentary (2002) en The book history reader (2002).
Geconfronteerd met de veelheid aan publicaties van de afgelopen paar jaar waarin