hij later aan De Vries. Omdat er een grote opdracht tussendoor kwam, duurde het bijna een jaar voor hij er weer aan kon beginnen. ‘Toen was 't opnieuw herfst en vond ik voor 't eerst weer die oude studie. Ik heb een meer dan levensgroot doek geprepareerd en daar ging het nu eindelijk los - in volkomen vrijheid. Mijn leed was vergeten en ik zag het voor mijn geestesoog verschijnen, het “portret”.’ En hij vervolgde: ‘Meer dan levensgroot moest natuurlijk het “portret” worden want de dichter is voor mij meer dan “lifesize”.’
Kort nadat het schilderij voltooid was, zond Dijkstra het in voor de jaarlijkse Kersttentoonstelling van De Ploeg in ‘Pictura’, waar Hendrik de Vries en zijn vrouw het - geheel onvoorbereid - tot hun grote ontzetting voor het eerst zagen. Een heftige ruzie was het gevolg, voor het verloop waarvan ik weer naar mijn eerdere publicatie over de portretten van De Vries verwijs.
Waar was nu het oorspronkelijke schilderij gebleven? Toen Johan Dijkstra in 1978 overleed, was het niet in diens nalatenschap aanwezig. Hoe ver was hij gevorderd toen hij besloot het penseel er bij neer te gooien? In de briefwisseling met Hendrik de Vries spreekt hij over een studie. Het leek een onoplosbaar raadsel, tot het schilderij plotseling te voorschijn kwam.
De conservator moderne kunst van het Groninger Museum, Han Steenbruggen, die zich momenteel bezig houdt met het traceren van verspreide, onbekende werken van leden van De Ploeg, was geattendeerd op een groot landschap van Johan Dijkstra in het bezit van de oud-rijksarchivaris in Groningen, Dr. W.J. Formsma, die hij op 28 mei 1998 bezocht. Het bleek te gaan om een weliswaar goed, maar niet opzienbarend schilderij. Op de achterzijde van het schilderij bleek pakpapier gespannen, keurig ingeklemd in de lijst. Na verwijdering kwam een ander schilderij te voorschijn, een portret van Hendrik de Vries, in letterlijke zin een ontdekking.
Ik werd onmiddellijk gewaarschuwd en stelde vast dat het hier ging om het in 1959 door het echtpaar De Vries afgewezen portret. Het is een voltooid schilderij dat helemaal is afgewerkt - zijn koninklijke onderscheiding steekt in het knoopsgat - en zeker geen studie. Het is ook een goed portret, naar mijn mening zeker niet minder dan het portret van ‘de dichter’ dat Johan Dijkstra in het najaar van 1960 schilderde.
Was het nog een studie toen het afgewezen werd en maakte Dijkstra het