6 E. du Perron aan J. Greshoff, 3 juli 1937 (fragment)
Onderstaand fragment van een brief door E. du Perron (1899-1940) aan J. Greshoff (1888-1971) vormt het laatste gedeelte van brief 3223, opgenomen in deel 7 van Du Perrons Brieven (Amsterdam 1981); dit gedeelte van de brief is niet opgenomen in deze editie. Het wordt hier conform de presentatie en de nummering van genoemde editie afgedrukt.
De brief werd samen met zes brieven, een briefkaart en een prentbriefkaart uit de periode 11 maart 1937-8 november 1938 via J.H.W. Veenstra, één van de bezorgers van Du Perrons Brieven, in oktober 1975 aan het museum geschonken. Deze collectie brieven, die alle gericht waren aan Greshoff, was afkomstig uit de nalatenschap van Menno ter Braak en was door diens weduwe A. ter Braak-Faber aan de redactie van Du Perrons Brieven afgestaan.
In de editie van Du Perrons Brieven luidt noot 2 bij brief 3223 abusievelijk: ‘Vervolg van de brief ontbreekt.’ Het in de editie niet opgenomen laatste deel van brief 3223 bevindt zich op de achterzijde van het vel luchtpostpapier waarop Du Perron deze brief van 3 juli 1937 heeft geschreven. Zeer waarschijnlijk heeft de redactie van Du Perrons Brieven zowel bij het afschrijven als bij het collationeren gebruik gemaakt van een kopie van het origineel en heeft ze niet de oorspronkelijke bron geraadpleegd. De overige brieven, briefkaart en prentbriefkaart aan Greshoff, die deel uitmaakten van de collectie uit de nalatenschap van Ter Braak, zijn wel in zijn geheel opgenomen in de editie, t.w. de brieven met nummers 3134, 3161, 3163, 3222, 3226, 3410, 3421 en 3559.