lijken met die in voorgaande jaren: ze zijn immers uniek. Door een grote subsidie van de Hendrik de Vries-Riek van der Zee Stichting te Groningen kon het museum een belangwekkende collectie handschriften en brieven van de dichter Hendrik de Vries aankopen. De handschriften hebben vooral betrekking op de gedichten die een plaats zouden krijgen in De Vries' bundel Toovertuin (1947) en de brieven uit de periode 1919-1952 zijn gericht aan schrijver Constant van Wessem.
In langdurig bruikleen kwam de door het museum begeerde collectie handschriften en typoscripten uit de literaire nalatenschap van De Stijl-man Theo van Doesburg (ps. van Ch.E.M. Küpper). Zij vormt een onderdeel van het Van Doesburg-archief dat mevrouw L.H.M. van Moorsel schonk aan de Staat der Nederlanden. Een ander deel van dit bijzondere archief is eveneens in langdurig bruikleen geschonken, aan het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, dat evenals het museum in het Koninklijke Bibliotheek-complex is ondergebracht.
Misschien van minder literair belang, maar wel van waarde is het ‘bronzen beeld met lauwerkrans’ van Harry Mulisch door Lancelot Samson, dat het museum door schenkingen van drie Nederlandse middelbare scholen (!) verwierf. Het beeld werd overgedragen tijdens de opening van de tentoonstelling De onderkant van het tapijt. Harry Mulisch en zijn oeuvre 1952-1992 (oktober 1992-februari 1993), ter gelegenheid waarvan toen ook het gelijknamige, 33ste schrijversprentenboek verscheen.
In beheer van het museum kwam in 1992 de literaire nalatenschap van Renate Rubinstein. Dat omvat onder meer 45 brieven en 1105 prentbriefkaarten van S. Carmiggelt en voorts twee geluidsbanden met gesproken brieven.
Naast de grote hoeveelheden foto's, knipsels, radio- en televisieuitzendingen (respectievelijk 94 tapes en 95 cassettes), tijdschriften en boeken met opdracht, die het museum binnenkreeg, konden weer talloze manuscripten en brieven aan de collecties worden toegevoegd.
Onder veel meer: 6 brieven uit 1950-1951 van Gerrit Achterberg aan J. Vooren; 13 brieven van Anna Blaman uit 1951-1958 aan de heer J. en mevrouw C. Vooren; briefwisseling uit 1947-1949 tussen W.F. Hermans en Adriaan Morriën; diverse documenten betreffende J.J. Slauerhoff, o.a. brieven en telegrammen en foto's.
De categorie curiosa werd uitgebreid met 4 T-shirts voorzien van opgedrukte gedichten van Jan Hanlo, Hanny Michaelis, Multatuli en Leo Vroman.
Om de diverse onderdelen van de collectie ook daadwerkelijk hun plaats te