Jan-Frans Willems
Hoofdman der Fonteyne (1842-1846).
Op 11 Maart 1943 was het 150 jaar geleden dat Jan-Frans Willems, ‘De Vader der Vlaamsche Beweging’, geboren werd.
In opdracht van den provincialen cultuurdienst van Oost-Vlaanderen werd door Jef CrickGa naar voetnoot(1) een voortreffelijke Willems-monographie geschreven. Dank zij dit initiatief werd voldoende aangetoond hoe Willems ‘leefde, lief had, leed en streed, labeurde en tobte voor Vlaanderen’.
Zijn arbeid in dienst der Fonteyne willen wij even herdenken.
Bij een wedstrijd, door De Fonteyne in 1812 ingericht, behaalde de jonge Willems den eersten prijs met zijn gedicht ‘De Veldslag van Friedland en de Vrede van Tilsit’. Hij heeft er later meer dan eens aan herinnerd, dat deze lauweren voor den jongen letterkundige een spoorslag zijn geweest.
De studie der Rederijkers lag Willems nauw aan het hart; de 10 deelen van het Belgisch Museum, door Willems uitgegeven van 1837 tot 1846, bevatten in verband met de Rederijkersstudie, menige bijdragen die tot op heden niets van hun waarde hebben verloren.
Ter algemeene vergadering der Fonteyne werd Willems, op 10 April 1842, door de eenparigheid der driehonderd zes en zestig aanwezige leden tot Hoofdman verkozen. Vanaf dien tijd kende De Fonteyne een periode van hoogen bloei, zoowel te danken aan het voorzitterschap van Willems, als aan den roem welke zij verworven had met de inrichting van den grooten tooneelwedstrijd van 1841-1842, waaraan Lode MonteyneGa naar voetnoot(2) nog onlangs een belangwekkende bijdrage heeft gewijd.
In dienst zijner geliefde Fonteyne bewerkte Willems in 1844 het blijspel ‘Pasquyn, doctor en astrologant’ naar een oud handschrift en op 24 Juli 1846 trok hij naar het Gentsche Stadhuis, om er de, belangen zijner Kamer (die een vertooning ten bate der armen wou geven) te verdedigen. De door overwerk ondermijnde Willems keerde half verlamd naar zijn woning terug en overleed er eenige uren later. Aan zijn ‘luitenant’ F.A. Snellaert had hij verklaard dat de bespreking op het Stadhuis tot een heftige discussie had geleid.
Het grafmonument van Willems werd op 26 Juni 1848 te Sint-Amandsberg ingehuldigd. Dienzelfden dag vierde de Fonteyne haar vierhonderdjarig bestaan; talrijke letterkundigen uit Vlaanderen enr Nederland namen deel aan het gastmaal dat in den Minardschouwburg, lokaal der Kamer, werd opgedischt. Het borstbeeld van Willems, met immortellen getooid, prijkte in het midden der zaal, tot hulde aan den edelen man wiens aandenken in de geschiedenis onzer vereeniging zal bewaard blijven als toonbeeld van liefde en ijver in dienst van Volk en Vaderland.
V.S.
Archivaris.