Joost Zwagerman essayprijs 2018
Advies van de commissie van voordracht
Eerlijk gezegd waren we nogal overdonderd. Wij, de jury van de eerste Joost Zwagerman Essayprijs, Barber van de Pol, Maria Vlaar, Joost de Vries en ik. We hadden gehoopt op tientallen, misschien wel honderd inzendingen en daar leek het eerst ook op: elke week druppelden er enkele inzendingen binnen. Tot de laatste week voor de deadline van 1 juni. Ineens stroomde de mailbox vol, tien, twintig inzendingen per dag. Uiteindelijk hadden we 185 essays.
Veel werk voor ons, maar we waren er blij mee. Er zijn dus heel wat ‘beginnende’ essayisten in ons taalgebied die de moeite nemen een essay te schrijven en naar ons op te sturen. Want voor die categorie is de Joost Zwagerman Essayprijs, een initiatief van de Van Bijleveltstichting en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, bedoeld. ‘Beginnend’ hadden wij gedefinieerd als: schrijvers die nog geen essay in boekvorm hebben gepubliceerd en geen vaste positie bij een medium hebben.
Dat wil niet zeggen dat we met amateurs te maken hadden. Het niveau van de essays lag gemiddeld behoorlijk hoog; het lezen was geen straf. Een paar dingen vielen ons op. Veel schrijvers kozen een onderwerp uit het eigen leven. Ze schreven over de liefde, hun jeugd, hun ouders, de dood van een dierbare, psychische inzinkingen, problemen op het werk, over zwangerschap en ouderschap. Geen essays in klassieke zin, eerder autobiografie, maar de grens is moeilijk te trekken; we beschouwden ze als essays.
Een klassiek soort essays waren de kunstbeschouwingen: persoonlijke reflecties op romans, films, beeldende kunst, muziek en theater. Ook het politieke essay ontbrak niet: betogende stukken over de toestand in de wereld, over nationalisme, immigratie, politieke correctheid. Een ander vaak gekozen thema was de grote hoeveelheid informatie en communicatie die de mens van nu overvalt en de vluchtigheid daarvan. Het viel ons op dat één thema er bekaaid vanaf kwam: duurzaamheid en het klimaat, toch een belangrijk actueel vraagstuk. Misschien komt dat doordat onze essayschrijvers vaak alfa's zijn en bèta's minder vaak schrijven.
Deze variëteit aan onderwerpen, toonaarden en benaderingen zou Joost Zwagerman, die vandaag 55 zou zijn geworden, plezier hebben ge-