seksuele aard. Op 10 augustus 2002 ontspoort de situatie en doen haar jeugdvrienden Eva geweld aan.
Ook deze reeks hoofdstukken kent een opbouw naar een hoogtepunt. En ook hier doorziet de lezer langzamerhand wat er is gebeurd. De eerste keren dat Eva de meisjes het raadsel opgeeft, wordt de inhoud niet meegedeeld. Dit gebeurt pas op 10 augustus 2002 en dan is de lezer in staat verband te leggen met haar merkwaardige expeditie.
Ten slotte is er een serie hoofdstukken die titels draagt als ‘Vier schaduwen’ (het eerste) en ‘Beschadigingen’ (het laatste). Net als in de twee ander hoofdstuktypen treedt Eva als vertelster op. Deze derde soort fungeert als aanvulling op wat in de andere twee reeksen wordt verteld. ‘Windows 95’ beschrijft de komst van de computer in het gezin De Wolf en ‘Elisa’ de vriendin van Eva die het raadsel zal oplossen, met alle trieste gevolgen van dien.
Lize Spit slaagt er steeds uitstekend in de verschillende typen hoofdstukken op elkaar af te stemmen. Voortdurend wordt er spanning gewekt door gedoseerd informatie te verstrekken. Enkele voorbeelden mogen volstaan om deze bewering te staven. De lezer vraagt zich bijvoorbeeld af wat Eva voor heeft met het blok ijs dat zij in de kofferbak van haar auto meezeult. Enige duidelijkheid ontstaat pas bij de oplossing van het raadsel.
Sommige details krijgen na geruime tijd hun precieze betekenis. De buurman van Eva in Brussel heeft haar geholpen met het in de auto dragen van het ijsblok. Nadat zij afscheid hebben genomen, volgt deze alinea: ‘Ik keek hoe de buurman zijn huis weer in wandelde, zijn magere benen, zijn rug. Ik bleef kijken tot lang nadat hij verdwenen was.’ (p. 30) Waarom kijkt Eva zo lang? Als haar plan zich langzamerhand begint te ontvouwen, wordt duidelijk dat zij niet zal terugkeren naar Brussel. Zij realiseert zich in de geciteerde zinnen dat zij de buurman voor de laatste keer ziet.
Ook op het niveau van de afzonderlijke zin weet Lize Spit de lezer te intrigeren. De eerste zin van de roman luidt aldus: ‘De uitnodiging kwam drie weken geleden en was overdreven gefrankeerd.’ Terstond doemen er vragen op. Om welke uitnodiging gaat het? Wat zegt de uitbundige frankering? Alleen de eerste vraag wordt een bladzijde later beantwoord.
Een tweede voorbeeld. Het hoofdstuk ‘10.15 uur’ opent met de onalledaagse constatering: ‘De precieze afbraaktijd van een slipje stond nergens vermeld.’ (p. 63) Een pagina later blijkt de samenhang met het feit