Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2017-2018
(2019)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [2001- ]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||
Luc Verbeke
| |||||||||||||||||||||||||
Luc Verbeke en André Demedts: het ontstaan van het Komitee voor Frans-VlaanderenHeel vroeg kwam Luc Verbeke in contact met André Demedts. Deze werd niet alleen zijn beste vriend, hij was ook zijn mentor: ‘Ik koesterde een enorme bewondering voor hem. Als Wakkenaar kende ik hem fysiek vanaf mijn kinderjaren en in mijn scholierentijd werd ik geboeid door zijn gedichten, novellen en romans... Hij las en beoordeelde nauwgezet mijn gedichten en moedigde mij aan.’Ga naar eindnoot1 | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||
Deze literaire relatie kreeg een andere dimensie toen ze beiden in 1947 de leiding namen van de letterkundige afdeling van het Waregems Kunstverbond, André Demedts als voorzitter en Luc Verbeke als secretaris. Beiden ging het zeer ter harte banden te smeden met Frans-Vlaanderen. Dat was een allesbehalve gemakkelijke taak, want de sfeer in Frans-Vlaanderen was op dat moment niet gunstig. Het door de Franse staat aangespannen proces wegens collaboratie tegen het Vlaams Verbond van Frankrijk en zijn leider Jean-Marie Gantois, in december 1946, had diepe sporen getrokken in de geesten. Alleen het woord ‘Vlaams’ uitspreken leek soms al voldoende om deuren te doen sluiten. Desondanks lukte het André Demedts en Luc Verbeke op 25 juli 1948 een eerste Frans-Vlaamse Begroetingsdag in Waregem te organiseren met een vijftiental Frans-Vlamingen alsook de schrijver Stijn Streuvels. Op die informele manier ontstond het Komitee voor Frans-Vlaanderen (kfv), het levenswerk van Luc Verbeke.Ga naar eindnoot2 | |||||||||||||||||||||||||
Frans-Vlaamse cultuurdagen en tijdschriften over Frans-VlaanderenDe Frans-Vlaamse Begroetingsdagen, die even later tot ‘Frans-Vlaamse Cultuurdagen’ omgedoopt werden, waren elk jaar de ontmoetingsplaats van allen die in Frans-Vlaanderen belang stelden. Al vanaf 1966 werden in het kader van deze manifestatie verschillende secties in het leven geroepen waar alle facetten van de Frans-Vlaamse problematiek aan bod kwamen. Qua omvang en opkomst bereikten de cultuurdagen hun hoogtepunt in de jaren '70. Toen werden de tweedaagse colloquia van de sectie geschiedenis onder impuls van Eric Defoort en Michiel Nuyttens een referentie voor het onderzoek over de ‘Vlaamse Beweging’ in Frankrijk. Vanaf 1991 vonden de Frans-Vlaamse Cultuurdagen van het kfv afwisselend in Waregem en Belle (Bailleul) plaats. Elk jaar was het een druk bezochte manifestatie. De hele organisatie van deze cultuurdagen werd door Luc Verbeke gedragen, die daarnaast de medeoprichter en -organisator was van de Frans-Vlaamse Cultuurdagen in Nederland die van 1956 tot 1986 eerst in Hulst, vervolgens in Breda en dan weer in Hulst plaatsvonden. Van 1962 tot 1987 zorgde Luc Verbeke in samenwerking met pastoor Decalf ook voor de organisatie van Frans-Vlaamse Cultuurdagen in Ekelsbeke (Esquelbecq). Heel vroeg zagen André Demedts en Luc Verbeke de noodzaak in van een tijdschrift over Frans-Vlaanderen. In 1952 slaagden ze erin enkele Frans-Vlamingen ertoe aan te sporen het tijdschrift Notre Flandre op | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||
te richten; het zou tot 1969 verschijnen. Een belangrijk aandeel hadden Demedts en Verbeke in het ontstaan in 1957 van Ons Erfdeel dat in het begin hoofdzakelijk aan Frans-Vlaanderen gewijd was en waarvan Jozef Deleu later het belangrijkste algemeen culturele tijdschrift van de Lage Landen zou maken. Ten gevolge van de gebeurtenissen van mei 1968 werd de sfeer in Frankrijk, en dus ook in Noord-Frankrijk, veel opener en gunstiger. Veel taboes uit het verleden werden tenietgedaan. Luc Verbeke maakte er gebruik van om jonge Frans-Vlamingen te benaderen en voor hun eigen identiteit warm te maken. Zijn inspanningen werden beloond met de oprichting van een aantal Frans-Vlaamse verenigingen waarvan enkele thans nog bestaan, b.v. de Michiel de Swaenkring, Radio Uylenspiegel, enzovoorts. Een hoogtepunt werd bereikt met de organisatie van de Vlaamse Volkshogescholen van 1977 tot 1980 in Hazebroek (Hazebrouck), waarbij Frans-Vlaamse verenigingen voor de eerste keer probeerden hun krachten te bundelen. Dat dit doel alleen gedeeltelijk bereikt werd, is zeker niet te wijten aan Luc Verbeke die zich voor de organisatie van deze manifestaties enorm inzette en zich altijd ingespannen heeft om de standpunten nader tot elkaar te brengen. | |||||||||||||||||||||||||
Luc Verbeke, gangmaker van het onderwijs van het NederlandsDe taalproblematiek is vast en zeker het domein waaraan Luc Verbeke de meeste aandacht schonk en waarvoor hij met alle kracht ijverde. De achteruitgang van het Frans-Vlaamse dialect tegenwerken was onbegonnen werk. Desondanks werd in 1955 met de hulp van het Komitee voor Frans-Vlaanderen en op initiatief van Flor Barbry het Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen opgericht, een theatergezelschap dat vandaag de dag nog op verschillende plaatsen in Frans-Vlaanderen en West-Vlaanderen optreedt en toneelstukken in de volkstaal voor een enthousiast publiek brengt. Maar de grootste verdienste van Luc Verbeke is ongetwijfeld zijn actie voor het onderwijs van het Nederlands geweest. Hij is erin geslaagd een net van vrije cursussen Nederlands in heel Frans-Vlaanderen in het leven te roepen. De eerste vrije cursus werd in 1958 in Hazebroek opgericht en de belangstelling groeide in de loop der jaren dermate dat men rond het jaar 2000 in totaal 45 cursussen telde, verspreid over 17 gemeenten. Maar liefst 800 leerlingen lieten er zich voor inschrijven. Luc Verbeke bezocht meermaals per jaar de lesgevers en zorgde eveneens voor het di- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||
dactische materiaal dat kostenloos aan de leerlingen verschaft werd. Deze cursussen werden gefinancierd door subsidies en steunbijdragen die het Komitee voor Frans-Vlaanderen van officiële instellingen en van particulieren ontving, zodat ze aan de leerlingen gratis aangeboden konden worden. Ook voor de kwaliteit van het onderwijs werd gezorgd door het geregeld organiseren van bijscholingscursussen voor de lesgevers. Om de motivatie van de leerlingen te bevorderen werd in 1966 een Taalprijs in het leven geroepen die tot op heden nog elk jaar georganiseerd wordt. Voor zijn actie ten gunste van het onderwijs van de Nederlandse taal in Frans-Vlaanderen kon Luc Verbeke op de medewerking rekenen van Jean Delobel, de toenmalige burgemeester van Belle (Bailleul), die in de kennis van het Nederlands een belangrijke economische ontwikkelingsvector voor zijn gemeente zag. De vruchtbare samenwerking leidde tot de realisatie van een project waarin Luc Verbeke een aanzienlijk aandeel had: de oprichting van het Maison du néerlandais. Bij de opening op 9 mei 2001 werd door Hedwig van Hemel, de huidige directrice van het Benoît De PuydtmuseumGa naar eindnoot3, hulde gebracht aan Luc Verbeke: ‘Si le néerlandais a pu se développer dans le nord de la France, c’est avant tout grâce au kfv, et en particulier à Luc Verbeke, qui, pendant 50 ans, s'est investi pour la cause du néerlandais.’ Het Maison du néerlandais, dat naast het lesgeven ook de functie van didactisch steunpunt had, heeft tot op heden op de onmisbare financiële hulp van het Komitee voor Frans-Vlaanderen kunnen rekenen. In 2007 werden de vrije cursussen van het kfv aan het Maison du néerlandais overgedragen. De actie van Luc Verbeke voor het onderwijs van het Nederlands is doorslaggevend geweest. De buitenschoolse cursussen van het Komitee voor Frans-Vlaanderen zijn de beslissende stimulans geweest voor de invoering van het Nederlands in het officieel middelbaar en lager onderwijs. Het is zeker geen toeval dat de eerste officiële cursus in 1972 in Belle van start ging, een gemeente waarmee Luc Verbeke een voorbeeldige samenwerking op touw wist te zetten. Dat het Nederlands thans definitief zijn plaats heeft veroverd in het officiële onderwijs in Frans-Vlaanderen is voor een groot deel te danken aan het voorbereidend werk dat door Luc Verbeke op het terrein verricht werd. Op het podium van de promotors van het Nederlands in Noord-Frankrijk heeft Luc Verbeke onbetwistbaar zijn plaats naast prof. dr. Walter ThysGa naar eindnoot4 en Inspecteur Jacques Kooijman.Ga naar eindnoot5 | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||||||||||||
Geschriften van Luc Verbeke over Frans-VlaanderenLuc Verbeke was een man van de daad, maar hij heeft ook veel over Frans-Vlaanderen geschreven. Hij verzorgde er een aantal artikelen over in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging en in de eerste jaargangen van Ons Erfdeel.Ga naar eindnoot6 In 1970 publiceerde hij Vlaanderen in Frankrijk dat vandaag de dag nog altijd als het standaardwerk over Frans-Vlaanderen beschouwd wordt.Ga naar eindnoot7 In 1978 verscheen van zijn hand de brochure De Nederlanden in Frankrijk en het Komitee voor Frans-Vlaanderen. Hij schreef ook de hoofdbijdrage in het kfv-Jubileumboek (1947-1997).Ga naar eindnoot8 Van 1973 tot 1997 was Verbeke hoofdredacteur en uitgever van de kfv-Mededelingen. Dit tijdschrift, dat een oplage van 6000 exemplaren bereikte, is een onmisbare informatiebron voor informatie over Frans-Vlaanderen. De kfv-Mededelingen verschenen dan tot 2011 met als hoofdredacteur Dirk Verbeke, de zoon van Luc. | |||||||||||||||||||||||||
Het Komitee voor Frans-Vlaanderen: het levenswerk van Luc VerbekeVoor Luc Verbeke was het Komitee voor Frans-Vlaanderen een werk van elke dag. In 1947 was hij er de mede-oprichter van. Met Roger Vynckier, met wie hij samen in het bestuur zat (Vynckier was jarenlang penningmeester van de vereniging) onderhield hij een goede vriendschap. Tot 1997 bekleedde Verbeke de functie van algemeen-secretaris. Toen al dacht hij aan de toekomst en aan zijn opvolging. Zijn zoon Dirk werd algemeen-secretaris en Verbeke zelf nam het voorzitterschap op zich. In 2002 werd hij erevoorzitter. Zo vertrouwde hij stapje voor stapje de leiding van het Komitee voor Frans-Vlaanderen toe aan zijn zoon Dirk die zich met alle kracht zou inzetten om het werk van zijn vader voort te zetten, weliswaar met andere methodes en middelen. Er wordt rekening gehouden met het feit dat er zich in het laatste decennium drastische veranderingen voorgedaan hebben inzake communicatie- en promotietechnieken. In een nummer van de kfv-MededelingenGa naar eindnoot9 omschrijft Luc Verbeke zelf wat hem als cultuuractivist bezielde: ‘Het is onmogelijk iets positiefs te realiseren zonder een konkrete aktie die gedragen wordt door geloof, liefde en hoop. Aan een bepaalde realiteit kan men alleen maar iets veranderen als men er zich ten volle voor inzet om een nieuwe, hogere, gedroomde werkelijkheid tot stand te brengen. Dat heeft minder te maken met romantiek dan met het handelen vanuit een overtuiging gepaard aan een nuchtere blik op de zaken.’ Het zijn woorden die boekdelen spreken. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||
Luc Verbeke de dichterMinder bekend is Luc Verbeke de dichter. Vreemd genoeg komt Frans-Vlaanderen zo goed als nooit aan bod in Verbekes poëzie. De hoofdthema's van zijn dichtwerk zijn: geloof, vriendschap, zijn gezin. Voor Luc Verbeke behoort poëzie tot het domein van de intimiteit, waarbij de dichter zich laat kennen als een oprecht christen. Vele van zijn gedichten eindigen met het belijden van zijn geloof in God, soms metaforisch vermeld als het Licht. Maar dat betekent helemaal niet dat de poëzie van Luc Verbeke baadt in een gelukzalig optimisme. Ook existentiële vragen en twijfels komen aan bod. In een artikel van het jaarboek De Franse NederlandenGa naar eindnoot10 omschrijft Camiel van Woerkum dit spanningsveld op treffende wijze: ‘In zijn gedichten zie je steeds twee polen. Enerzijds zwaarmoedigheid, pessimisme, onrust. Anderzijds hoop, liefde en geloofskracht. Nu eens ontgoocheling en tekort, dan weer droom en verwachting.’ In veel gedichten wordt een weg bewandeld die vanuit het donker (onrust, vraag naar de zin des levens) naar het Licht (God) leidt, zoals in het gedicht ‘Verlangen’ (Terugblik, p. 64):
Verlangen...
...........................
Alleen een muur
die hol of stom
en dood of doof
en zonder antwoord blijft,
een lopen radeloos,
een doolhof
of gevangenis,
als niet geloof
en liefde en hoop
het leven drijft,
als niet een zekerheid,
het Licht
- als Newman zei -
het leven leidt
15-3-91
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||
De natuur krijgt een belangrijke plaats in de poëzie van Luc Verbeke. In het gedicht ‘Panta Rhei’ (Terugblik, p. 17) staat ze in een pantheïstische verhouding met het geloof en het innerlijk van de ik-persoon, een verhouding die een kosmische dimensie aanneemt:
Panta Rhei
Wolken en water, hemel en zee,
planten en bloemen, boom, mens en dier,
sterren, planeten, stroom en rivier:
alles beweegt en leeft met mij mee.
Beeld en gedachte, droom, wil en daad,
wens en verlangen, vreugd en verdriet:
wereld in mij, die wordt en vervliet,
immer opnieuw ontbloeit en vergaat.
Wondere groei in hart en in geest.
Wentelend heelal. Wassend getij.
Waar ik me wend: buiten en in mij
voel ik Uw adem, Scheppende Geest.
Zonder het geloof was Luc Verbeke ongetwijfeld een depressief mens geweest. Bij hem zijn geloof en handelen onafscheidelijk, zoals in het gedicht ‘Mijn taak is alsnog niet volbracht’ (Nieuw en Oud, p. 10):
Mijn taak is alsnog niet volbracht
Mijn taak is alsnog niet volbracht.
Berg weg de zeis.
Ik wil nog wat in vrede en peis
het leven leven
tot ik bij Hem eerst ben verwacht.
Ik wil nog eens het goede zaad
weids op Zijn akker zaaien
zoals ik kon in vroeger tijd,
in mijn dromen en gedachten
wijduit stappend,
met de beide handen vol
en beurtelings de armen
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||
heen en weer gespreid
met mijn levensdoel voor ogen:
altijd bereiken wat ik wou en kon.
Zo wil ik rustig wachten
naar de oogst van werk en strijd
tot ik belanden moet van de bekende tijd
in de onbekende eeuwigheid.
1 maart 2006
Heel ontroerend zijn de gedichten die Luc Verbeke aan zijn echtgenote Maria wijdt, zoals bijvoorbeeld ‘Liefste...’ (Terugblik, p. 62): Liefste...
Voor Maria
Liefste jij
die niet de woorden
zocht voor een gedicht
en niet een ik
maar enkel wij
en enkel leven
met kleur en klank
van allebei
in kinderen
niet vlinderend
in lucht en lied
maar louter liefde
en louter licht
in vlees en bloed,
het blijvend woord
van jouw gedicht.
16-3-91
Vriendschap was voor Luc Verbeke een hooggeschat woord, maar veel meer dan alleen maar een woord. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||
Een aantal gedichten gaat over vrienden, onder wie André Demedts, in ‘Denkend aan André Demedts’ (Terugblik, p. 70):
Denkend aan André Demedts
Voor Rudolf Van de Perre
Samenzijn, in vriendschap, onverwoord,
één zijn in gedachten
en één zijn in het woord.
Van een gevuld en rijp seizoen
de zachte naglans zoeken
onder de late zomerzon en tanend groen
en rustig-blij de herfst verwachten.
En even ook de grote vriend bezoeken
die ligt geborgen onder zerk en gras
in aarde nog gedrenkt door Leie en vlas.
Terwijl herinneringen rijzen uit z'n boeken
hem nu terugzien of het gisteren was.
Verwijlen bij z'n beeld in scherp profiel
of, in de gloed van Garciarias,
bij het bureau waarop hij schreef
in duizendvoud het leven dat het zijne was.
De stilte horen en de echo van z'n ziel
in dit z'n land aan de rivier
met water dat nog blinkt als glas.
En spellend lezen het gedicht in steen
waarin z'n geest blijft leven boven stof en as.
Dan afscheid nemen, woordenloos, in vriendschap één,
verbonden, onverwoord, met al wie met ons is en was.
20-9-93
| |||||||||||||||||||||||||
Verdiensten van Luc VerbekeDe verdiensten van Luc Verbeke als cultuuractivist en als schrijver bleven niet onopgemerkt. Hij kreeg talrijke onderscheidingen. Al in 1965 ontving hij de Visser Neerlandiaprijs van het Algemeen Nederlands Verbond. In 1970 werd hij de eerste laureaat van de André Demedtsprijs. Het juryrapport legde de nadruk op ‘de opmerkenswaardige onbaatzuch- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||
tigheid waarmee Luc Verbeke zich sedert 1948, als secretaris van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, concreet en dagelijks, en zonder enige materiële vergoeding, heeft ingezet voor de instandhouding en de verspreiding van de Nederlandse cultuur in Frans-Vlaanderen in al haar facetten.’ Dan volgde een reeks onderscheidingen: het lidmaatschap van de Europese Eresenaat (1980), van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (1985) en van de Vereniging van Vlaamse letterkundigen (1999), de dr. F.A. Snellaertprijs (1994) en de Remi Pirijnsprijs (2004). In 1989 werd Luc Verbeke ook ridder in de Orde van Oranje-Nassau en in de Orde van 't Manneke uit de Mane. | |||||||||||||||||||||||||
Luc VerbekeprijsIn 2008 werd door het bestuur van het Komitee voor Frans-Vlaanderen de beslissing genomen om een Luc Verbekeprijs in het leven te roepen. Deze onderscheiding is bedoeld als ‘eerbetoon aan publicisten aan weerszij van de grens die met een kwaliteitsvolle publicatie voor een ruim publiek een bijdrage hebben geleverd tot een betere kennis van Frans-Vlaanderen.’ Aan deze prijs is een bedrag van 3000 euro verbonden, 1500 euro voor een Nederlandse publicatie en 1500 euro voor een Franstalige. In 2017 werd hij voor de vierde keer uitgereikt.Ga naar eindnoot11 Luc Verbeke was het prototype van een mens bij wie denken en doen in perfecte harmonie waren. Zijn actie werd bezield door zijn geloof niet alleen in God, maar ook in de mens. Verbeke was een humanist met een brede visie en zin voor tolerantie. Het laatste woord komt Jozef Deleu toe. Bij de viering van de 75e verjaardag van Luc Verbeke in diens geboortedorp Wakken, op 24 april 1999, verwoordde hij zijn waardering als volgt: ‘In de Vlaamse Beweging van deze eeuw hoor jij thuis in die nobele traditie van Vermeylen, Verriest en Demedts. Dat waren Vlamingen met een Europese visie... Verdraagzaamheid was hen dierbaar.’
francis persyn | |||||||||||||||||||||||||
Voornaamste geschriften
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||
|
|