| |
| |
| |
Fout in de Koude Oorlog
Publiekslezing door Martin Bossenbroek ter gelegenheid van de viering van 250 jaar Maatschappij der Nederlandse Letterkunde op 18 september 2016 te Leiden
Sinds 2014 is de satirische Monty Python meezinger Always Look On The Bright Side Of Life het meest populaire nummer bij Engelse begrafenissen. Het deed het al jaren goed bij urn en kist, maar de flitsende Fantasy-uitvoering van Eric Idle tijdens de sluitingsceremonie van de Olympische Spelen in Londen in augustus 2012 gaf het laatste zetje. De religieuze hymnes The Lord Is My Shepherd en Abide With Me werden gepasseerd.
Het is een mooi voorbeeld hoe kunstzinnige creaties na verloop van tijd kunnen worden losgezongen - in dit geval letterlijk - van hun oorspronkelijke historische context en een nieuwe betekenis krijgen. Bij Always Look On The Bright Side Of Life is het verschil levensgroot.
In de originele filmversie uit 1979, de slotscène van Monty Python's Life of Brian, hing Eric Idle al zingend aan het kruis, net als het achtergrondkoor. De ultiem-ironische persiflage op het lijdensverhaal van Jezus kwam de makers destijds te staan op verontwaardigde protesten. In diverse landen werd de film verboden. 33 jaar later werd Idle op het Olympische podium omringd door nonnen op rollerskates, ‘flashing their Union Jack knickers’. Met de eerste plaats in de uitvaart-top 10 als beloning.
Hergebruik waaruit de gevoelswaarde van de historische oorsprong is verdwenen, dat komt ook voor in de geschiedschrijving. Zo is het opvallend dat de laatste jaren een steeds zonniger beeld wordt geschetst van Nederland tijdens de Koude Oorlog.
Dat begon heel aarzelend twintig jaar geleden, met Een tevreden natie. Nederland van 1945 tot nu, geschreven door drie Utrechtse historici. Recentelijk werd die draad opgepikt. Hun collega Duco Hellema suggereerde in 2011 ‘een fijne tijd,’ omdat de Koude Oorlogsjaren ‘in veel opzichten de meest aangename periode in de Nederlandse geschiedenis van de twintigste eeuw’ waren geweest. In 2013 kwam Han van der Horst met De mooiste jaren van Nederland 1950-2000 en een jaar later scoorde Annegreet van Bergen een bestseller met Gouden jaren. Hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd.
| |
| |
Hoe verschillend deze studies verder ook zijn, het effect van zulke termen is vergelijkbaar: nostalgische vertedering over ‘die goeie, ouwe tijd,’ in de trant van 1948 (toen was geluk heel gewoon), de muzikale herinnering van Van Kooten en De Bie aan hun kinderjaren. Nu is er op zich niets mis met nostalgie, maar als dit deel van het vaderlandse verleden wordt gereduceerd tot een knusse Douwe Egberts-reclame, dan schort er toch echt iets aan ons historische zelfbeeld. Een tevreden natie, een fijne tijd, de mooiste jaren, gouden jaren? Het is maar waar je naar kijkt en welke herinneringen je selecteert. Mijn stelling is dat de Koude Oorlog, het allesoverheersende conflict tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, alle Nederlanders voor existentiële dilemma's plaatste, waaraan vrijwel niemand ontsnapte zonder foute - moreel verwerpelijke, bedenkelijke dan wel twijfelachtige - keuzes te maken.
Ter illustratie heb ik dit tableau opgesteld van zeven grote maatschappelijke kwesties die zorgden voor hoog oplopende sociale spanningen en diepe politieke verdeeldheid. Oftewel, een kijkje ‘on the dark side of life during the Cold War’.
| |
1. Het rode gevaar
Amerika had zijn Red Scare, Nederland had zijn angst voor het Rode Gevaar. Daar was aanleiding toe. De loyaliteit van de cpn lag niet in Den Haag, maar in Moskou. Het marxisme-leninisme was de heilsleer, de Sovjet-Unie de heilstaat en Stalin de heiland in eigen persoon.
Voor de aardigheid moet u (op Delpher, de krantensite van de Koninklijke Bibliotheek) De Waarheid van 21 december 1949 maar eens doorbladeren. Gewijd aan Stalins 70ste verjaardag, is het één groot jubelnummer, bol van onvoorwaardelijke trouw aan ‘de leider van het wereldproletariaat’, het meest hallucinerend tot uiting komend in tweeduizend persoonlijke gelukwensen.
Nu had Amerika een heuse communistenvreter, Joseph McCarthy, en ook Nederland had er zo eentje. Louis Einthoven, de vormgever van de bvd. Voor hem was er maar één echte binnenlandse vijand: het veelkoppige communistische monster. Vanaf 1952 gaf de politiek hem de gevraagde wettelijke ruimte: een ambtenarenverbod en een zwarte lijst van bij revolutiegevaar op te pakken cpn'ers. Tot in de jaren tachtig bediende de bvd zich vrijelijk van infiltraties en afluisteroperaties. Toen was de cpn
| |
| |
al lang geen machtsfactor van betekenis meer. Anticommunistische propaganda en de eigen onvoorwaardelijke steun aan de Sovjet-agressie in Oost-Europa deden de partij de nek om. Na de Russische inval in He Russische inval in Hongarije in 1956 regende het stenen naar communistische bolwerken als Felix Meritis.
| |
2. De slag om Soestdijk
De tweede grote kwestie kwam eveneens tot uitbarsting in 1956, na een jarenlange paleisguerrilla. De Greet Hofmans-affaire was niet alleen een huwelijkscrisis, maar ook een ideologisch conflict. Als de Koude Oorlog in de jaren vijftig in één Nederlands gezin diepe sporen van verdeeldheid heeft getrokken, dan is het wel binnen de koninklijke familie.
Aan de ene kant stond koningin Juliana. Zij geloofde in vrede en gebedsgenezing, en was in 1951 een van de initiatiefnemers en sindsdien gastvrouw van de Oude Looconferenties. Het gezelschap daar koesterde theocratische en pacifistische idealen en vertoonde sektarische trekken. Het helderhorende medium Greet Hofmans genoot er de oudtestamentische status van profetes.
Aan de andere kant stond prins Bernhard. Hij geloofde in mondaine
| |
| |
luxe en was in 1954 één van de initiatiefnemers en sindsdien voorzitter van de Bilderbergconferenties, bedoeld om de banden tussen de Verenigde Staten en Europa aan te halen in een besloten, informele sfeer.
Diametraal tegenover elkaar. Voor de buitenwereld bleef dat jarenlang verborgen, maar in juni 1956 gooide prins Bernhard het conflict op straat via onthullingen in Der Spiegel. Nu moest premier Drees wel ingrijpen. Partijkiezen. Die keus was emotioneel lastig, maar rationeel simpel. Nederland was inmiddels volledig gebonden aan Amerika. Het ontving miljarden dollars economische en militaire steun (1,1 miljard Marshallhulp en 1,2 miljard dollar mdap oftewel Mutual Defense Assistance Program - 8,5 miljard gulden, omgerekend naar huidige koopkracht 35 miljard euro), was lid van de navo, had onder druk van Washington afstand gedaan van het grootste deel van zijn koloniale rijk, meegevochten in Korea en zijn defensiebegroting verdubbeld van 750 miljoen tot 1,5 miljard gulden per jaar (20 % van de rijksuitgaven) en zijn hele krijgsmacht op Amerikaanse leest geschoeid. Dat alles woog zwaarder dan het levensgeluk van het staatshoofd.
Juliana moest alle contact met de vriend(inn)enkring van het Oude Loo verbreken, alle Hofmansgetrouwen aan het hof kregen hun ontslag. Bernhard bleef voorzitter van de Bilderbergconferenties.
| |
3. Angst voor de bom
De derde kwestie raakte de hele bevolking. Het navo-lidmaatschap bracht ook plaatsing met zich mee van kernwapens. Amerikaanse kernwapens, waarover Den Haag niets te zeggen had, maar die Nederland wel tot potentieel doelwit maakten in een atoomoorlog.
Daarop moest de bevolking worden voorbereid, besloot het kabinet-De Quay in 1961, door middel van een landelijke campagne. De dienst Bescherming Bevolking stelde voorlichtingsfolders op, die huis aan huis werden verspreid. 3,3 miljoen gele enveloppen met Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf, gevolgd door een nadere Toelichting. De bedoeling was de bevolking gerust te stellen. Mocht de Derde Wereldoorlog uitbreken, dan kwam het aan op individuele zelfbescherming plus vertrouwen in de bb. Die boodschap kwam niet over. Integendeel, het werd een compleet fiasco. De Wenken en de Toelichting wekten in brede kring ongeloof, scepsis, spotlust en woede.
| |
| |
Harry Mulisch schreef een apocalyptische parodie, gebaseerd op het bijbelboek Openbaring. Collega-schrijver A. den Doolaard verweet de regering dat nu alle staatsburgers tot frontsoldaten waren gemaakt: ‘En wat zullen hun wapenen zijn? Tochtlatten, kleefpleisters, vodden en groene zeep.’ Zijn conclusie was helder: uit de navo, alle kernwapens weg en ‘een eiland van vrede’ worden.
| |
4. Splijtzwam Vietnam
Sindsdien won het verzet tegen de kernwapens gestaag aan kracht. Het werd versterkt door steeds fellere kritiek op de Verenigde Staten. De kampioen van het Vrije Westen lapte namelijk, verblind door anticommunisme, als het zo uitkwam zelf ook alle humanitaire beginselen en democratische waarden aan zijn laars. Het schrijnendste voorbeeld was Vietnam.
Daar stortten de Amerikanen zich vanaf 1964 in een uitzichtloze oorlog ter ondersteuning van een corrupte marionettenregering. Meer dan een half miljoen GI's op de grond en miljoenen tonnen springstof, napalm en dioxine vanuit de lucht bleken niet genoeg om de door de Sovjet-Unie en China gesteunde Noord-Vietnamezen tot overgave te dwingen. Het werd een politieke, militaire en morele blamage.
Voor een hele opgroeiende protestgeneratie werd Vietnam het breekpunt, een schandvlek, de grote ontluistering. Amerika bedreef dezelfde immorele machtspolitiek als het dictatoriale Sovjetregime, des te aangrijpender omdat alles te volgen was op televisie. Al in 1966 was sprake van een Vietnambeweging.
Het bleef - nog net - bij een minderheid. Een kleine meerderheid van de bevolking bleef vierkant achter de Verenigde Staten staan, net als de opeenvolgende kabinetten, althans zolang de aartsconservatieve Joseph Luns daarin verantwoordelijk was voor het buitenlands beleid. Wat hem betrof, bombardeerden de Amerikanen ‘the hell out of the Viet Cong’.
| |
5. Holland Wapenland
De amerikanisering van de krijgsmacht betekende een enorme stimulans voor de economie. Dankzij een bundeling van krachten van politiek,
| |
| |
krijgsmacht, wetenschap en bedrijfstak werd een serieuze wapenindustrie opgebouwd. Al in de jaren vijftig klom Nederland naar de tiende plaats op de wereldranglijst van wapenexporterende landen, een positie die het nog steeds bezet. Van 1950 tot 1990 bedroeg de totale waarde aan geëxporteerde wapens 9 miljard dollar. Een kwart daarvan had als bestemming rechtse dictaturen.
En dan was er nog de onbedoelde wapenexport. Ik doel op de geruchtmakende spionageaffaire-Khan. In de jaren zeventig was de Pakistaanse ingenieur Abdul Khan werkzaam bij Urenco, producent van verrijkt uranium. In principe bedoeld voor vreedzaam gebruik, maar met kwade wil ook te gebruiken voor de ontwikkeling van kernwapens. Khan bleek van kwade wil. In december 1975 verdween hij met in zijn koffer alle noodzakelijke werktekeningen om Pakistan aan een eigen atoombom te helpen. En vervolgens ook de ‘schurkenstaten’ Iran, Libië en Noord-Korea. Een rampzalige ontwikkeling, met aan de bron Nederlandse onoplettendheid.
Of moest de bvd - die Khan wel op de korrel had - hem laten lopen op gezag van de cia, om zijn netwerk in kaart te kunnen brengen? Dat werd achteraf gesuggereerd door niemand minder dan oud-premier Lubbers, destijds de verantwoordelijke bewindsman. Hoe het precies zit, is nog steeds mistig. Wel bevestigt Lubbers' ontboezeming eens te meer dat het de cia was die de beslissende stem had in zo'n explosief staatsveiligheidsdossier.
| |
| |
| |
6. Het gele gevaar
Het virulente antiamerikanisme dreef een deel van de protestgeneratie in de armen van nieuwe communistische helden. Fidel Castro, Che Guevara, Ho Chi Minh en boven iedereen uittorenend als de enige echte erfgenaam van Jozef Stalin, Mao Zedong. De Grote Roerganger, de man die wist en de weg wees. Zijn jeugdige aanhangers organiseerden zich in revolutionaire kernen in de universiteitssteden en als vreemde eend in de bijt in het Noord-Brabantse industriestadje Oss, de geboorteplaats van de Socialistische Partij. De bvd zat er direct bovenop en richtte zelfs een eigen maoïstische neppartij op.
Ook de cpn profiteerde van de nieuwe revolutionaire wind en beleefde een tijdelijke opleving. Met financiële steun uit het Oostblok organiseerde de partij de succesvolle protestcampagne Stop de Neutronenbom. Oude stalinisten als de cineast Joris Ivens beleefden een tweede - maoïstische - jeugd. In een twaalf uur durende documentairecyclus toonde hij de zegeningen van de Culturele Revolutie. Niet iedereen was overtuigd. Volgens Karel van het Reve kon je Ivens in China ‘over een meters hoge en kilometers lang berg lijken laten wandelen’ en dan nog vertelde hij getroffen te zijn door ‘de grote levendigheid van de mensen’ die hij had ontmoet.
| |
| |
| |
7. Vrede tot iedere prijs
De kwestie die het tableau completeert was de meest massale en spraakmakende. De miljoenenaanhang die de vredesbeweging zich verwierf in de eerste helft van de jaren tachtig.
Het verbijsterde Amerika sprak van ‘Hollanditis’, Hollandse ziekte. De demonstranten op het Museumplein en het Malieveld omarmden de term als een geuzennaam. Een ongeneeslijk verlangen te ontsnappen aan de Dubbele Nelson van de Koude Oorlog. Tegenstanders hielden het op een collectieve waanvoorstelling.
Vast staat dat verreweg de meeste vredesacties een wonderbaarlijk eenzijdig karakter droegen. De massale protesten richtten zich níet tegen de Russische ss-20-raketten die al op West-Europa gericht stonden, wél tegen nieuw te plaatsen Amerikaanse kruisraketten die juist bescherming zouden moeten bieden.
Zes jaar lang schoven opeenvolgende kabinetten het in navo-verband afgesproken plaatsingsbesluit voor zich uit, totdat premier Lubbers in november 1985 de knoop doorhakte. Toch plaatsing.
Dat het nooit zo ver zou komen, was te danken aan de Amerikaanse president - de schertsfiguur Reagan, in de ogen van de vredesdemonstranten - en Sovjetleider Gorbatsjov die elkaar verrassend genoeg vonden in een akkoord over de ontmanteling van álle middellangeafstandsraketten in Europa, gevolgd door de val van de Berlijnse Muur en de ineenstorting van het hele Sovjet-imperium.
| |
| |
Zeven grote maatschappelijke kwesties, een heel tableau vol, voldoende om te illustreren hoeveel existentiële dilemma's de Koude Oorlog aan Nederland opdrong, en hoeveel verwerpelijke, bedenkelijke, twijfelachtige keuzes individuele Nederlanders maakten. Alle uiteenlopende keuzes komen uitgebreid aan de orde in Fout in de Koude Oorlog. Nederland in tweestrijd 1945-1989. Fout Links, Fout Rechts én Fout Midden. Op twee manieren.
Enerzijds analyses vanuit het heden, anderzijds contrasterende verhalen vanuit de belevingswereld van twee volstrekte tegenpolen. Joris Ivens en Joseph Luns. Zij waren zo fout als maar kon. Ivens in de ogen van rechts. Luns in die van links. In de ogen van hun tegenstanders allebei bij uitstek de belichaming van Fout in de Koude Oorlog.
En dat was niet de enige overeenkomst. Hun levens liepen voor het grootste deel parallel. Beiden maakten al vroeg in de jaren dertig uitgesproken ideologische keuzes, die ze meer dan een halve eeuw lang - ze bereikten alle twee de gezegende leeftijd van negentig jaar - consequent trouw bleven. Gedurende die tijd vlogen ze geregeld de hele wereld over, letterlijk als Vliegende Hollanders die op hun reizen in persoonlijk contact kwamen met tal van groten der aarde - in Oost en in West. Een on- | |
| |
Nederlandse politicus en een on-Nederlandse filmer als contactpersonen met de bevriende dan wel vijandige buitenwereld. Verzot op de camera allebei, Luns vóór de lens, Ivens achter de zoeker, even ijdel en even behept met een onbedwingbare neiging tot fabuleren.
Daarbij komt dat de significante verschillen tussen beide mannen hen des te geschikter maken als dragende figuren in een verhaal over de Koude Oorlog. Het is een complementair stel, juist door hun totaal verschillende karakters en de volkomen tegengestelde keuzes die zij maakten, niet alleen ideologisch, maar ook in levensstijl.
Luns hield van orde en gezag, genoot van pomp and circumstance, had streng-katholieke opvattingen en was 52 jaar ‘wolkenloos’ getrouwd met dezelfde vrouw. Hij vulde ruimtes, met zijn air, zijn anekdotes, zijn 1.95 meter aan ongezouten meningen. ‘De laatste Nederlandse imperialist.’ Altijd zichzelf, altijd dezelfde. Een havik met humor.
Ivens' favoriete ontmoetingsplek was het café. Praktiserend revolutionair tot aan zijn dood, leefde hij als een bohemien vanuit zijn koffer, klein van stuk en slordig op zijn uiterlijk, maar goed ogend en amoureus met veel verschillende vrouwen. Hij beschikte over het bijzondere vermogen van gedaante te veranderen. Lyrisch dichter, gestaald partijman, wereldcineast, lookalike van Zhou Enlai. De menselijke kameleon, de Nederlandse Zelig.
Maar het meest opmerkelijke en intrigerende verschil was wel het verschil in populariteitscurve. Luns werd op het eind van zijn leven uitgekotst door het vaderland dat hij decennialang fanatiek had gediend en verheerlijkt en dat hem eveneens decennia lang op handen had gedragen. Ivens werd in de armen gesloten door hetzelfde vaderland, dat hem decennia lang met de nek had aangekeken en waartegen hij zich juist decennialang had afgezet. Ivens heilig verklaard, Luns eeuwig verdoemd, juist op het moment dat het communisme op de mestvaalt van de geschiedenis werd gestort. Rara, hoe kan dat?
|
|