Wat een verteller! De flux de bouche wordt gekruid met persoonlijk idioom (‘een flauwekul-kompas’, ‘een klamme kijk’), geestige typeringen (‘het Zuiden is één grote Bertolli-reclame’) of krasse vergelijkingen, zoals die tussen Nabokovs old world-snobisme en dat van de Markies de Cantecler. Maar het is niet populariseren wat Leerssen doet, het is vóór-denken. Hij is speels, en vertrouwt op zijn intuïtie. Het is het kenmerk van een goede essayist, dat hij liever een persoonlijk balletje opgooit dan dat hij zijn ideeën als waarheden bijgezet wil hebben.
Binnen de morele, mentale en kunstzinnige reflecties rond Europa echoot heel veel mee en de contouren zijn eerder beweeglijk dan vast. Knap dat desondanks een schat aan inzichten en vergezichten wordt geboden.
De polemiek is niet gemeden. Zie hoe Robert Forster (A Passage to India) wordt verdedigd tegen Edward Saids aantijging als zou hij koloniaal denken. Het is eigenlijk voortdurend op het scherp van de snede hier. Waarom houdt de universiteit vast aan haar vormentaal? Juist, ja. Wat moeten Keats' ogen zijn opengegaan toen hij voor het eerst Homerus las.
Ook de politiek doet volop mee. De krachtigste lijn die wordt getrokken loopt van Conrads Heart of Darkness, via het optreden van de Pruisische kolonisten in Afrika en de Armeense genocide in Anatolië, naar Auschwitz.
Door het boek heen fungeert de omzwerving als voornaamste metafoor. Aan het begin doolt Odysseus, na zijn oorlog, rond in de Egeïsche Zee; Columbus zet zoveel later, mét kompas, koers in de open wereld; aan het eind is er de negen maanden durende zwerftocht van Primo Levi als overlevende uit Auschwitz naar zijn thuisstad Turijn, zoals in Het respijt staat beschreven.
Over een flink aantal caleidoscopische hoofdstukken in het hart van het boek is de figuur van Byron uitgewerkt: waar hij voor stond; hoe hij in allerlei gedaanten voortbestond. Byron, die zijn pose lééfde, die als gevolg van zijn omzwervingen Europa aanvulde met Balkan- en Levant-elementen en in zijn kielzog de romantiek van vampiers, 1001-Nacht, de nobele wilde, erotiek en dood, de eer van de buitenstaander en de decadente dandy deed ontstaan. Don Quichot was zijn voorloper in het komische, maar Byron munt tot op heden de kennelijk niet te stuiten charme van de anti-burgerlijkheid.
Zo licht als kan, dat moet Leerssens motto zijn geweest; je mag je lezers niet vervelen. Dat is gelukt, met dank van onze kant. We zouden bij-