zijn taal - daarom ben ik ook zo blij met de Henriëtte de Beaufort-prijs voor een biografie van iemand die mij met zijn taal verleid heeft, een koning dan nog wel, wiens subjectief geladen brieven me niet alleen de illusie gaven contact te kunnen maken met het verleden, maar ook de mogelijkheid om de lezer in de geschiedenis mee te trekken.
Een ‘uitgespaard’ portret van Leopold zoals het ‘Uitgespaard zelfportret’ van mijn illustere voorgangster-laureate Christine D'haen is deze biografie niet geworden. Door de ambitie om het persoonlijke verhaal in een breed historisch fresco te plaatsen heb ik mijn woorden niet gespaard. Leopold zou er in zijn hunker naar erkenning wellicht zeer blij mee zijn geweest. Hij heeft een echt vorstelijke biografie gekregen, en dan doel ik niet alleen op mijn 736 dichtbedrukte pagina's tekst, maar ook op de visuele vormgeving van Dooreman en de redactionele zorg die eraan besteed is door de medewerkers van de Bezige Bij. Leopold is een mooi boek geworden, dat zijn weg naar een breed lezerspubliek wel degelijk heeft gevonden - ondanks de omvang en de relatieve onbekendheid van het hoofdpersonage.
David Van Reybrouck heeft de universiteit verlaten om ‘Congo’ te kunnen schrijven; voor mij blijft het een uitdaging om in een academische context aan publieksgeschiedenis te doen, en boeken te schrijven die gelezen worden. Ook daarom ben ik bijzonder verguld met de erkenning door de Maatschappij der Nederlandse Letteren met de ‘mooiste biografieprijs in het Nederlands taalgebied’.
Tot slot zou ik mijn drie lieve mannen willen danken die me in mijn ‘vrije’ tijd de rust en ruimte geven om te schrijven: mijn twee zonen Casper en Quinten Rommens (waarvan de oudste sinds dit academiejaar Taal en Letterkunde aan de Universiteit van Antwerpen studeert) en Marc Cosyns, mijn eeuwige prins. Tien jaar geleden zijn we elkaar brieven beginnen schrijven, heen en weer terug. Deze ochtend ontving ik nog een brief in een echt verzegelde enveloppe. Met alle gevolgen van dien. Ook voor Leopold. Zonder Marc, nochtans een rechtgeaarde republikein, zou Leopold er beslist anders hebben uitgezien. Met en dankzij hem heb ik mijn kinderlijk verlangen om te schrijven teruggevonden, en daar kan ik hem nooit voldoende dankbaar voor zijn.
Gita Deneckere
Gent/Leiden, 25 mei 2013