en wetenschap. Het congres concentreerde zich op twee aandachtspunten: 1. Het spanningsveld tussen de schepping, het idee enerzijds en de uitvoering en verspreiding daarvan als tastbaar artefact anderzijds. 2. Het spanningsveld tussen de handmatige en de mechanische (re-) productie van teksten en/of beelden.
Het programma bestond uit plenaire sessies. Er waren lezingen van Frans Blom (Universiteit van Amsterdam), ‘De Renaissance van de Levant. Toeristische en wetenschappelijke belangstelling voor de Egeïsche Zee’; van Jenneke Krüger (Universiteit Utrecht/ Stichting Leerplanontwikkeling), ‘De relatie tussen illustratie en tekst in een vroeg zeventiende-eeuws wiskundehandschrift’; Wiebe Bergsma (Fryske Akademy), ‘Vormen van communicatie in het dagboek van Bernardus Furmerius (1603- 1615)’; Tim Nicolaije (Universiteit Twente), ‘Instructies over het gebruik van instrumenten in zeevaartkundige handboeken’; Arjen Dijkstra (Universiteit Twente), ‘Het meten van de hemel. De omzwervingen van een vroeg zeventiende-eeuwse sextant’; Fokko Jan Dijksterhuis (Universiteit Twente), ‘Het werk aan kegelsneden van Frans van Schooten de Jongere’; Ad Leerintveld (Koninklijke Bibliotheek Den Haag), ‘Gezongen, geschreven en gedrukt. Twee vroegzeventiende-eeuwse liedboeken uit de Koninklijke Bibliotheek’; Feike Dietz (Universiteit Utrecht), ‘Lezen met de pen in de zeventiende eeuw. Bewerkingsprocessen in de katholieke manuscriptcultuur als sporen van leesinterpretaties’; Chris Joby (University of Durham, uk), ‘What's in a date? What do the dates on Constantijn Huygens' poems tell us about the author and his work?’; Huigen Leeflang (Rijksmuseum Amsterdam - Rijksprentenkabinet), ‘De gesneden lijn. Houtsneden en de reproductie van tekenkunst’; Inge Broekman (Universiteit van Amsterdam), ‘Over interesse, invloed en intenties. Speculeren over Constantijn Huygens' aandeel in het artistieke beleid van Frederik Hendrik en Amalia van Solms (1625-1647)’; Peter Carpreau (Museum Leuven), ‘Roem en geld. De invloed van de medialisering op de veilingprijzen van zeventiende-eeuwse schilderijen uit
de Nederlanden’. De lezingen werden steeds gevolgd door discussies met de zaal.
Een deel van de congreslezingen verschijnt als te doen gebruikelijk in het tijdschrift van de Werkgroep, De zeventiende eeuw, dat twee keer per jaar verschijnt. De tijdschriftredactie bestond in 2009 uit E. Kloek, M. de Baar (redactiesecretaris), O. van Marion, J. De Landtsheer, K. De Clip-pel en F. Dietz (redactieassistent). Er wordt gewerkt aan de afronding van een extra (omvangrijk) nummer van het tijdschrift over ‘De vrouwen