een bepaald genre in de huidige selectie; een voorkeur die niet vanzelfsprekend is en niet zonder meer voor herhaling vatbaar.
Uiteindelijk is na veel wikken en wegen de Commissie gekomen tot de voordracht van het boek van Henk Nellen, Hugo de Groot. Een leven in strijd om de vrede 1583-1645 (Balans, Amsterdam 2007).
Aan deze keuze liggen de navolgende argumenten ten grondslag:
* De auteur heeft voor zijn onderwerp grondig onderzoek gedaan, dat hem diep in het intellectuele leven van Europa in de eerste helft van de 17de eeuw heeft gebracht. De hoofdpersoon, Hugo de Groot, manifesteerde zich op velerlei terreinen: in de politiek, de diplomatie, de ontwikkeling van het recht en de theologie. Henk Nellen heeft hem gevolgd en zich op diverse onderwerpen zodanig ingelezen en georiënteerd, dat hij de intellectuele kracht van Grotius adequaat kon beschrijven en analyseren. De Commissie heeft zich wel gerealiseerd, dat de auteur dankzij zijn taak in het Huygens Instituut - de uitgave van de correspondentie van Grotius - ruimschoots in de gelegenheid is gesteld dit onderzoek te doen. Maar hij heeft deze ruimte ook overtuigend benut en ingevuld.
* In deze biografie worden de intellectuele verkenningen van de hoofdpersoon ingebed in een levensverhaal. Henk Nellen slaagt in zijn voornemen om zo nu en dan de rust van Grotius' studeerkamer te (doen) verstoren met de beschrijving van persoonlijke conflicten, geleerde disputen en de onvoorspelbaarheid van politieke confrontaties. Er is rumoer in dit levensverhaal. In dat voornemen en in het resultaat onderscheidt dit werk zich daarom van een intellectueel traktaat. Het boek van Henk Nellen kan met recht een biografie heten.
* De auteur heeft ervoor gekozen vooral de intellectuele kant van de hoofdpersoon te belichten. De persoonlijke dimensie van zijn leven wordt feitelijk gevolgd met lotgevallen uit zijn particuliere leven; hij beschrijft en laat de analyse op dit onderwerp na. Zo is De Groots echtgenote, Maria van Reigersberch, voortdurend aanwezig zonder dat haar persoonlijkheid echt wordt uitgediept. Zij is in deze biografie toch vooral de liefhebbende echtgenote. Dat geldt ook in ander opzicht voor De Groots zonen. De Commissie heeft van deze keuze van de auteur kennisgenomen. Het is de keerzijde van de intellectuele kwaliteiten van het boek. Die keuze is naar haar mening goed te verdedigen want juist op intellectueel vlak onderscheidt zich de hoofdpersoon.
* Ten slotte heeft de Commissie zich gerealiseerd dat een biografie, die een intellectuele hoofdpersoon uit de geschiedenis van de Republiek en