kant lag.’ Maar eenmaal volwassen en architect ‘grauwe’, ‘grijze’ bebouwing neerzetten ‘waarin wij sporen bijster raakten, muren/ waarin geen hand nog uitzicht maakte.’
Het is poëzie van het hoofd en het hart. Prettig metrisch, helder, transparant en suggestief. Perquin stelt vragen aan het leven, probeert greep te krijgen op de wereld en haar verwondering echoot in elk gedicht. Er wordt in gerelativeerd en gelachen, maar de vlaggen hangen halfstok. De toon, helderheid en aandacht voor het gewone krijgt in een bijna achteloze vorm gestalte en onder de lichtheid klinkt steeds een droeve, melancholieke ondertoon.
Neem het gedicht ‘Winter’ uit Servetten halfstok. Hierin wordt de wens uitgesproken dat het nooit weer voorjaar zal worden: ‘Geen statig broeden meer. Geen kievitsei./ Geen welbedreven paring of zorgvuldig nest.’ En dan opeens: ‘Twee blauwe kinderwanten naast een wak./ Ik kan geen lammetjes verdragen.’ Het terloopse van deze mededeling vergroot de wreedheid ervan. Het contrast tussen de lente en de dood wordt in dit gedicht zeer scherp getekend, maar zonder pathos of bombast. Het detail is veelzeggender dan het grote gebaar. ‘Niets erger dan dat woekerend gemak/ waarmee de lente aan het groeien slaat./ Daaronder houdt het ijs een zoontje stil./ Voor al dat leven maakt hij geen verschil./ Er is geen zonlicht dat hem bovenbrengt./ Geen voorjaar dat hem kennen wil.’
Ester Naomi Perquin (Utrecht, 1980) groeide op in Zierikzee, en is sinds vijf jaar woonachtig te Rotterdam. Ze publiceerde gedichten in De Tweede Ronde en Tirade en debuteerde in het voorjaar van 2007 met de bundel Servetten halfstok die al eerder werd genomineerd voor de C. Buddingh-prijs en de Hugues C. Pernathprijs. Voor deze bundel ontving ze in oktober 2007 te Brussel de debuutprijs ‘Het Liegend Konijn’. In 2009 verscheen haar tweede bundel Namens de ander.
Kester Freriks
Micha Hamel
Ingrid Hoogervorst
Rudi van der Paardt (voorzitter)
Het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heeft op 12 maart 2009, overeenkomstig het advies van de Commissie voor scho-