in erkenning als wetenschappelijk genre. Jenny Uglow betoogde hoe in de pragmatische Angelsaksische cultuur de tegenstelling tussen kunst en wetenschap niet als een probleem wordt ervaren. Het biografische genre is geliefd vanwege de levenslessen voor lezers in hun struggle for life. Hans Renders, biograaf van Jan Hanlo en Jan Campert, bestreed de veronderstelling dat Nederland geen biografische traditie zou hebben. Hij wees erop dat in Nederland de laatste twee decennia kwalitatief hoogstaande biografieën zijn verschenen. Deze prille traditie heeft echter weinig theoretische reflectie opgeleverd. De biografie kan zich volgens hem pas verder ontwikkelen als volwassen wetenschappelijk genre als de norm dat de biografie enkel en alleen een literair genre zou zijn, wordt verlaten en de aan vakkundig historisch onderzoek gestelde eisen consistent worden toegepast.
De theoretische reflectie vond plaats in het Biografie Bulletin, een uitgave van de Werkgroep Biografie, waarvan in 2005 drie nummers verschenen. Uiteraard werden in deze jaargang de in 2005 verschenen biografieën besproken en verschenen er themanummers. Het zomernummer was bijvoorbeeld grotendeels gewijd aan de Tweede Wereldoorlog. In bijdragen van onder anderen Ido de Haan en Jacq Vogelaar over getuigen van jodenvervolgingen en brieven van mensen die gedwongen werden in vernietigingskampen te werken, werd vanuit een biografisch perspectief gekeken naar deze periode uit onze geschiedenis. In het najaarsnummer stond de politieke biografie centraal.
Het bestuur van de Werkgroep Biografie bestond in 2005 uit: Koen Hilberdink (voorzitter), Herman Langeveld (penningmeester) en Hans Renders (secretaris). De redactie bestond uit Monica Soeting (hoofdredacteur) Mariëlle Polman (eindredacteur), Mireille Berman, Rob van Essen, Dik van der Meulen en Erna Staal.
Hans Renders, secretaris