Prijs voor meesterschap 2004
Dankwoord door dr. I. Schöffer
Bij mijn afscheidscollege, zeventien jaar geleden, vermeldde ik hoe de Britse krantenkoning Murdoch de hoofdredacteur van de door hem opgekochte Times ontslagen had. Hij deelde de bij hem ontboden hoofdredacteur mee dat hij op dat moment ‘editor emeritus’ was geworden. Op de verbouwereerde vraag van deze hoofdredacteur wat dat eigenlijk zeggen wilde, antwoordde Murdoch: ‘“e” means you're out and “meritus” that you deserve it.’ Opgegroeid in een protestants-remonstrants gezin vroeg ik mij toen af of ik, afgezien van mijn leeftijd, dat emeritaat niet ook echt ‘verdiend’ had: ‘“e” means you're out and “meritus” that you deserve it.’
Nu aan mij bijna zeventien jaar later de vererende Prijs voor Meesterschap wordt uitgereikt, heb ik daaruit begrepen dat mijn werkzaamheden vóór en ná mijn emeritaat toch worden gewaardeerd, en dat dit door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde met deze prijs te kennen wordt gegeven. Maar ik blijf mij wel afvragen óf ik het ook echt verdiend heb. Bij mijn studie van de twisten tijdens het Twaalfjarige Bestand ontdekte ik hoezeer het merendeel van de toenmalige remonstranten, hoewel de leer van de predestinatie verwerpend, nog goed gereformeerd-calvinistisch waren gebleven en waarschijnlijk heb ik in dat opzicht dezelfde klap van het calvinistisch zondebesef meegekregen.
In het advies zelf klinkt slechts één keer enige kritiek op mijn oeuvre door, wanneer er sprake is van ‘dikwijls wat eigenzinnige en soms ook grillige opvattingen’ die ik ‘over vele onderwerpen’ zou koesteren. Zelf kan ik nog wel andere gebreken noemen. Ik ben vaak slordig, heb mijn aantekeningen niet altijd even goed bijgehouden en bij correctie van drukproeven vaak fouten laten staan. Recensenten als W.F. Hermans, Wout Troost of Istvan Béjczy hebben dat terecht gesignaleerd. Als promotor heb ik wel eens een manuscript te lang onder mij gehouden en daardoor promovenda of promovendus onnodig laten wachten. Als bestuurder en ingezonden-stukken-schrijver, boekbespreker of debater heb ik mij vaak minder ‘hartelijk en gevoelig’ getoond dan Woltjer mij heeft toegeschreven. Maar ik moet mij haasten het bij deze haast sektarische zelfbeschuldigingen waarin dissenters als de Shakers en de Quakers konden vervallen, te laten. Wat er allemaal verder in het advies te