spirituele vorming: ze hielden hun gelovigen de heiligen als identificatiemodel voor. Verschillende priesters grepen naar de pen om de heiligenfeesten op te luisteren. Het meest bekend is de omvangrijke bundel Gulde-Jaers Feest-dagen (1634) met in totaal meer dan 500 liederen, toegeschreven aan de Delftse pastoor Joannes Stalpart van de Wiele (1579-1630). Charles van Leeuwen, die op dit onderwerp gepromoveerd is, ging in op de doelstellingen en werkwijze van een katholiek dichter uit de Renaissance en op de contrareformatorische heiligenverering als religieus disciplineringsproces. De spreker luisterde zijn voordracht op door zelf een lied uit de bundel ten gehore te brengen, tot groot genoegen van zijn toehoorders.
Op 7 september hield dr. Jan Renkema, hoogleraar tekstwetenschap aan de Universiteit van Tilburg, een voordracht onder de titel ‘Tuinapparatuur’ of ‘garden equipment’? Verschillen in betekenisnuance tussen Nederlandse en Engelse termen. Het toenemend gebruik van het Engels in voor Nederlanders bestemde advertenties wordt wel verklaard met het argument dat de Engelse term een betekenisnuance heeft die het overeenkomstige Nederlandse woord mist. Is die verklaring echter ook juist? Aan de Universiteit van Tilburg is een experiment opgezet om dit na te gaan. In tot nu toe verricht onderzoek is alleen gekeken naar een oordeel over het gebruik van Engelse slogans, zonder dat een vergelijking werd gemaakt met overeenkomstige Nederlandse slagzinnen. Het UvT-onderzoek richtte zich echter nadrukkelijk op een vergelijking van Engelse en Nederlandse termen. Concreet werden winkelnamen en personeelsadvertenties onderzocht, omdat daarvoor zowel Nederlandse als Engelse termen worden gebruikt. Het onderzoek leverde een aantal verrassende resultaten op.
Ten slotte sprak op 23 november dr. Anton van der Sande, bijzonder hoogleraar ‘Vrijmetselarij als geestesstroming en sociaal-cultureel Europees verschijnsel’ aan de Universiteit Leiden, over het thema Vrijmetselarij en haar plaats in de Nederlandse cultuurgeschiedenis. Wegens haar besloten karakter werd de vrijmetselarij lange tijd als een geïsoleerd, zo niet buitenissig verschijnsel afgedaan, of juist als mogelijke broedplaats van revolutionairen en vrijdenkers met de nodige argwaan bekeken. Dankzij de recente belangstelling voor genootschapsgeschiedenis zijn er inmiddels voldoende wetenschappelijke publicaties voorhanden om te kunnen stellen dat dit beeld moet worden gecorrigeerd. In zijn voordracht ging Anton van der Sande in op de vraag in hoeverre en op welke wijze hier in Nederland de loges een rol hebben gespeeld in de Verlichting, het opkomend