9. Verslag van de Commissie voor taal- en letterkunde over het jaar 1999-2000
De Commissie kwam in de verslagperiode vijfmaal bijeen. Tijdens de bijeenkomsten werden de volgende wetenschappelijke mededelingen gedaan:
22 september 1999: dr. J.P.A. Stroop, De voortgaande opmars van het Poldernederlands; dr. W. van Anrooij, De grote drie.
17 november 1999: dr. J. Noordegraaf, Nederlandse taalkundigen tussen Wilhelm von Humboldt en Ferdinand de Saussure: de casus-Van Ginneken; dr. J.A. van Leuvensteijn, Blankaart aan het woord. Aanspreekvormen en positiebepaling.
19 januari 2000: dr. M.J. van der Wal, Receptievragen: de casus van Lambert ten Kate (1674-1731); dr. O. Praamstra, Verblind door schoonheid. Augusta de Wit, haar tijdgenoten, en Nederlands-Indië.
22 maart 2000: dr. H. Heestermans, De betekenis van het woord ‘officieel’; dr. W. Waterschoot, Jan van den Dale tussen oud en nieuw.
17 mei 2000: dr. G.R.W. Dibbets, Joannes Vollenhove, predikant-dichter, en de heidense klassieken; dr. A. Besamusca, Walewein, de Graal en de liefde.
De Commissie was in de verslagperiode als volgt samengesteld: dr. W. van Anrooij, dr. A. Besamusca, dr. A. Bouwman, dr. K.H. van Dalen-Oskam, dr. G.R.W. Dibbets, dr. H. Heestermans, dr. J.A. van Leuvensteijn, dr. J. Noordegraaf, dr. O. Praamstra, dr. M.A. Schenkeveld-van der