Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1995

[p. 164]

5. Verslag van de vertegenwoordiger in Zuid-Afrika over het jaar 1994

In tegenstelling met andere afdelingen bestaat er geen infrastructuur in de afdeling Zuid-Afrika die het houden van vergaderingen zou mogelijk maken. Daartoe zijn ook de afstanden in dit land te groot. Dat neemt echter niet weg dat de afzonderlijke leden cultureel actief zijn op eigen terrein en in eigen omgeving.

De Zuidafrikaanse leden die door hun werk de neerlandistiek in dit land propageren, verheugden zich vooral over het besluit van de Nederlandse Taalunie om een soort inhaalactie uit te voeren en daarmee de schade te herstellen die de jarenlange culturele boycot terwille van de apartheidspolitiek veroorzaakt had. Een grote som geld wordt aangewend om vooral aan universiteiten de studie en uitstraling van het Nederlands nieuw leven in te blazen.

Verder verheugden veel academici zich in de hernieuwde contacten met Nederland, die thans onder meer uitruiling van docenten en het toekennen van studiebeurzen mogelijk maken. De belangstelling die van Nederlandse zijde betoond wordt in de cultuur van Zuid-Afrika wordt hier ook op hoge prijs gesteld. Sedert de eerste democratische verkiezingen van april 1994 en de installering van de nieuwe regering zijn op internationaal vlak veel deuren opengegaan wat de uitruiling van kennis en ideeën alleen ten goede komt.

Met spijt moet ik hier meedelen dat enkele leden van de afdeling Zuid-Afrika plots overleden zijn. Het gaat hier om kol. dr. J. Ploeger, dr. G.S. Nienaber en dr. F.J. Snyman. Allen waren zeer gerespecteerde leden die zich op bijzondere wijze door hun leven en werk onderscheiden hebben.

Graag melden we hier dat dr. Edith Raidt op 24 juni de C.J. Langenhovenprijs van de Suid Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns ontving. Zij kreeg ook ter gelegenheid van haar zestigste verjaardag een door collega's samengesteld Festschrift getiteld Nuwe perspektiewe op die geskiedenis van Afrikaans. Dr. R. Pheiffer is met pensioen gegaan en hem werd de titel ‘Emeritus Professor’ van de Universiteit van Kaapstad toegekend. De bekende Afrikaanse dichter Ernst van Heerden mocht vanwege de Universiteit van Stellenbosch een eredoctoraat in ontvangst nemen. Aan Anna Boeseken werd het erelidmaatschap van de ‘Stigting Simon van der Stel’ aangeboden. Dr. H. van Vuuren is tot professor be-

[p. 165]

noemd in het departement Afrikaans en Nederlands aan de Universiteit van Port Elizabeth.

Hierna volgt nog een keuze uit het gepubliceerde werk van enkele leden:

E. van Heerden, Najaarswys. Kaapstad: Tafelberg;

W.F. Jonckheere, Die Lae Lande in perspektief. Howick: Brevitas;

W.F. Jonckheere, ‘Zuid-Afrika door het oog van de Nederlandse dichter’, in Maatstaf 42 (1994), 5 (mei), p. 17-31;

W.F. Jonckheere, ‘F. Springer: diplomaat-skrywer’, in Literator 15, 2 (aug. 1994), p. 79-96;

J.C. Kannemeyer, ‘Die onhebbelike Peter Blum’, in Tydskrif vir Letterkunde xxxii (1994), 1 (februari);

J.C. Kannemeyer, Die bonkige Zoeloelander. D.J. Opperman in beeld. Kaapstad: Tafelberg;

J.C. Kannemeyer, ‘C.J. Langenhoven, C.J. Rhodes en die prinses’, in Tydskrif vir Letterkunde xxxii (1994), 2 (mei);

G. Olivier en A.E. Coetzee, Nuwe perspektiewe op die geskiedenis van Afrikaans. Johannesburg: Southern;

R.H. Pheiffer, ‘Die Khoi-tekeninge in die S.A. Biblioteek: 'n leidraad na die kunstenaar?’, in Kwartaalblad van die Suid-Afr. Biblioteek 48, 4 (juni), p. 133-138;

E. Raidt, Historiese Taalkunde: studies oor die geskiedenis van Afrikaans. Johannesburg: Wits University Press;

F.I.J. van Rensburg, ‘Afrikaanse oorlogspoësie na Sestig’, in Literator 15, 1 en 2, p. 73-95 en 55-65;

F.I.J. van Rensburg, ‘Om met 'n skoon oog te kyk’, in Stilet 6, 2, p. 79-95;

H. van Vuuren, ‘Recent changes in South African Literary Historiography: theory and practice’, in Tydskrif vir Literatuurwetenskap 10, 3 (december);

H. van Vuuren, ‘Forgotten territory: the oral tradition of the Xam’, in Alternation 1, 2, p. 57-70.

W.F. Jonckheere, Pietermaritzburg