maakt corporatieve activiteiten onmogelijk.
In de loop van 1992 werden diverse leden onderscheiden of bekroond. Erelid Jan Ploeger werd in juni 1992 door de SA Akademie vir Wetenskap en Kuns bekroond met de D.F. du Toit Malherbe-prijs voor Genealogische Navorsing. Deze toekenning is gebaseerd op zijn publikaties in verband met de Nederlandse emigratie naar Zuid-Afrika in de jaren 1800-1900. Hij werd ook onderscheiden door de Zuidafrikaanse ‘Weermag’ voor verdiensten voor de beoefening van militaire naamkunde.
Aan dr. G.S. Nienaber werd door Staatspresident De Klerk de Decoratie voor Voortreffelijke Dienst (goud) toegekend.
Dank zij de opheffing van de culturele boycot van Zuid-Afrika zijn de academische en culturele contacten met Nederland hersteld. Daardoor was het mogelijk dat dr. J.C. Kannemeyer in maart en april colleges kon geven over Afrikaanse poëzie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Dr. W.F. Jonckheere heeft van oktober tot december een reeks colleges over Afrikaanse poëzie gegeven aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Velen van de zesendertig leden van de afdeling maakten zich verdienstelijk met het publiceren van artikelen en boeken. Uit hetgeen mij aan informatie daaromtrent bereikte, volgt hier een selectie.
T.T. Cloete, Met die aarde praat. Kaapstad: Tafelberg; |
A. Coetzee, ‘Thoughts on a National South African Literature. C.L. Leipoldt, S.T. Plaatjies, D. Reitz and the Boer War’, in Mfecane to Boer War. Versions of South African History. Essen: Die blaue Eule; |
A. Coetzee, Die Afrikaanse letterkunde en 'n nasionale kultuur. Bellville: Universiteit van Wes-Kaapland (Reeks A, no 63); |
F.A. van Jaarsveld, Afrikanergeskiedskrywing: Verlede, hede en toekoms. Johannesburg: Les Patria; |
F.A. van Jaarsveld, ‘Historiese bewussyn en die identiteitsvraagstuk in die geskiedskrywing van 'n toekomstige Suid-Afrika’, in Gister en vandag, 24, oktober, p. 11-20; |
F.A. van Jaarsveld, ‘Recent Afrikaner Historiography’, in Itinerario, xvi/i, p. 93-106; |
W.F. Jonckheere, ‘Inleiding’ bij de uitgave Mariken van Nieumeghen, geredigeerd door W.F. Jonckheere en J.C. Conradie. Pretoria: h.a.u.m.; |
J.C. Kannemeyer, Figuur en fluit: Martinus Nijhoff en D.J. Opperman se opvattinge van die literêre kunswerk. Leiden: Dimensie; |
F. Ponelis, ‘Die ontwikkeling van die possessief in Afrikaans’, in H. Ben- |