8. Verslag van de commissie voor geschied- en oudheidkunde over het jaar 1990-1991
De Commissie kwam vijfmaal bijeen. De volgende voordrachten werden gehouden:
24 oktober 1990 sprak de heer Bruijn over De marinevakbonden tussen wereldoorlog en muiterij (1914-1933);
28 november 1990 sprak de heer Groenveld over Breda in het spanningsveld tussen noord en zuid, 1576-1610, en de heer Backhuys over De bijdragen van Rumphius aan de wetenschappelijke bestudering van flora en fauna;
23 januari 1991 sprak mevrouw Mout over Spiritualisten in de Nederlandse Reformatie;
27 februari 1991 sprak de heer Swart over Willem van Oranje en de vestiging van de macht van de Statenvergaderingen, in het bijzonder die van de Staten-Generaal, en de heer Blom over De bestudering van de geschiedenis van de Binnenlandse Veiligheidsdienst(bvd);
27 maart 1991 sprak de heer Van den Berg over Samenwerking zonder ‘subjectie’: synode en theologische faculteit te Leiden tot 1878, de heer Feenstra over De plaats van het canonieke recht in het juridisch onderwijs aan de Nederlandse universiteiten vóór 1800, en de heer Bruijn over Een Leidse tabaksdoos uit het voc-schip Zuiddorp in Westaustralisch binnenland.
Als voorzitter trad op de heer De Jonge, terwijl de heer Van den Berg als secretaris fungeerde. Leden van de Commissie waren de dames dr. C.W. Fock en dr. M.E.H.N. Mout en de heren dr. W. Backhuys, dr. H. Baudet, dr. J. van den Berg, dr. J.C.H. Blom, dr. D.E.H. de Boer, dr. J.R. Bruijn, dr. A.E. Cohen, dr. C. Fasseur, mr. R. Feenstra, dr. S. Groenveld, dr. J.P. Gumbert, dr. H.J. de Jonge, dr. J.A.F. de Jongste, dr. J. Th. Lindblad, dr. P.F.J. Obbema, dr. G.H.M. Posthumus Meyjes, dr. I. Schöffer en dr. K.W. Swart.