Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1987
Dankwoord door Rogi Wieg
Toverdraad van dagverdrijf is voortgekomen uit het verlangen de tijd met een emotionele bezigheid op te vullen. Veel dingen die een mens doet, ontlokken maar weinig gevoel; we brengen ons halve leven door met zaken regelen, slapen, enzovoort. Het maken van gedichten is een oproepen en concentreren van emoties, van muziek, ritme, van herinneringen. Het is tevens een vorm van bezwering, want door de taal maak je je het leven eigen en misschien ook wel de dood. Ik heb geen gemakkelijk leven. Maar door te schrijven ben ik in staat om het bestaan wat lichter te maken. Ook gymnastiek en frisse lucht zijn goed, maar ik ben te ijdel om de hele dag te trimmen.
Na mijn eindexamen heb ik een tijdje gestudeerd. In de Sarphatistraat besloot ik op een zonnige dag dat ik dichter wilde worden. Ik ben nooit meer op dat besluit teruggekomen, al verlang ik vaak naar een georganiseerd leven met veel mensen om mij heen. Schrijven is een eenzame bezigheid, je moet je dag kunnen indelen. Bij het schrijven van Toverdraad van dagverdrijf ben ik vaak ontroerd geweest, maar soms ook heel kalm, of opgewekt. Het was een mooie tijd, want ik wist dat ik met iets bezig was dat aardig kon worden.
Ik ben zeer vereerd met de Van der Hoogt-prijs. Ik vind ook dat ik erg blij mag zijn dat ik ben zoals ik ben, het zit vooral in mijn chromosomen en niet in mijn houding tegenover het bestaan. Mijn houding, die ik op verkeerde momenten heb aangeleerd, zal in de toekomst moeten veranderen, wil ik ooit in de poëzie ver komen. Ik denk dat je uiteindelijk het leven lief moet hebben en je overmatig romantische, angstige mantel moet afwerpen, wat mij overigens al een beetje is gelukt in mijn nieuwe bundel De zee heeft geen manieren. Taalgevoel heeft niet zoveel te maken met je innerlijke pijn, zoals muziek niet zoveel te maken heeft met de straat waarin je woont. Bach is Bach, de rest zijn omstandigheden. Het vervelende nu is dat die omstandigheden wel je aandacht bepalen en misschien ook wel het thema van je werk. Ik streef ernaar om mijn innerlijke omstandigheden te verbeteren, mijzelf te vernieuwen en me tot aan de dood goed te gedragen. Niet alleen omwille van de poëzie. Maar ook omwille van mijn gewone dagelijkse bezigheden, wandelen, boodschappen doen, konijnen voer geven, enzovoort.