4. Verslag van de noordelijke afdeling over het jaar 1980-1981
Door de Noordelijke Afdeling werd zesmaal een vergadering belegd: vier gewone maandvergaderingen, eenmaal een buitengewone vergadering met als gastspreker een Nederlandse auteur, en een jaarvergadering. De bijeenkomsten werden, gewoonte getrouw, door gemiddeld elf leden en enige introducés bezocht.
Sprekers en onderwerpen van hun voordrachten waren de volgende:
J.M.J. Sicking: Levens- en wereldbeschouwing van Carry van Bruggen;
dr. L.J. Engels: De Passio sanctorum Mariani et Jacobi als specimen van oudchristelijke en middeleeuws-latijnse hagiografie;
dr. Th. A.J.M. Janssen: Cohesie en coherentie in teksttheorie;
dr. J.J. Huizinga: Op zoek naar het ‘conservatieve beginsel’ van Nederlandse parlementariërs in de negentiende eeuw;
dr. J.J.A. Mooij: Werkelijkheid en onwerkelijkheid in de literatuur. Een algemene beschouwing, toegelicht aan Het behouden huis van W.F. Hermans. Als gastauteur begroette de Afdeling dit jaar Frans Kellendonk die uit eigen werk voorlas en daarover discussieerde.
Tot nieuwe leden werden verkozen: dr. P.T.F.M. Boekholt, dr. P.P.J. van Caspel, mw. E. van Dijk, J. Kooistra, G. Nijenhuis en dr. G. Taal. Door de dood ontvielen ons dr. J.H. Brouwer en dr. Jan Wit. Eén lid bedankte voor het lidmaatschap. Het ledental van de Afdeling bedraagt thans 96.
Het bestuur bestond uit dr. A.P. Braakhuis, voorzitter; dr. A.H. Huussen