aanvaard. De namen der nieuwe leden zijn: J. Becker, N. van der Blom, mw. I. Brokmeier-van der Beugel, dr. P.P.J. van Caspel, mw. E.Cockx-Indestege, mw. E. van Dijk, Louis Ferron, dr. J.P. Filedt Kok, P. van Hees, Oek de Jong, J. Kortenhorst, mw. dr. A.S. Korteweg, H. Miedema, dr. R. Th. van der Paardt, Michel van der Plas, dr. W. Prevenier, dr. G. Puchinger, dr. L. Rens, dr. H. van der Merwe Scholtz, mw. dr. M. Spies, dr. J. Trapman, H.J.L. Vonhoff, mw. I. Wikén Bonde.
Door het bestuur werden in de loop van de verslagperiode 31 nieuwe leden benoemd. 25 aanvaardden deze benoeming, namelijk: dr. P.T.F.M. Boekholt, mr. K.J. Cath, H. Duits, mr. B. Ferman, dr. A.H. de Groot, dr. E.O.G. Haitsma Mulier, G. Heuff, dr. F.C.J. Ketelaar, dr. M. Klein, H. Kompen, Jan Kooistra, Jacques Kruithof, Wiel Kusters, J.A.L. Lancée, G. Nijenhuis, W. Otterspeer, Carel Peeters, dr. J. Reynaert, dr. A.H.G. Schaars, C.O.A. Schimmelpenninck van der Oye, Jan Siebelink, dr. G. Taal, P.J. Verkruijsse, mw. E.C.M. de Waard, T.A.M. Welsink. De door de jaarvergadering 1980 gekozen nieuwe leden in het bestuur en de vaste commissies verklaarden zich bereid de benoeming te aanvaarden.
Het bestuur vergaderde vier maal: op 12 september, 12 november, 29 januari en 7 mei. De P.C. Hooft-herdenking bleef veel aandacht vragen. De voorzitter woonde een vergadering bij van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, waar gesproken werd over de eventuele oprichting van een bureau van de uitgave van teksten, waar ook de Maatschappij haar inbreng zou kunnen hebben. De voorzitter en de penningmeester waren aanwezig bij de uitreiking van de Nijhoffprijs, de penningmeester bij de uitreiking van de Aleida G. Schotprijs, de voorzitter bij de uitreiking van de P.C. Hooftprijs en het werkcomité P.C. Hooft bij een Hooftavond georganiseerd door de Muiderkring.
Er zijn twee werkvergaderingen belegd, waarvan die, waarin de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs aan Oscar de Wit werd uitgereikt, een wat ander karakter droeg. De prijswinnaar had de wens uitgesproken dat een forum georganiseerd zou worden over de vraag ‘Hoe komt het dat een schrijver als E. du Perron, die toch een van de meest complete Nederlandse schrijvers van de twintigste eeuw is, zo in de vergetelheid is geraakt?’ Aan dit forum, dat op 28 november in de aula van het Stedelijk Museum werd gehouden en door ruim honderdvijfig mensen werd bezocht namen deel: Tom van Deel (voorzitter), Philippe Noble, Rob Nieuwenhuys, Michel van Nieuwstadt en Herman Verhaar, en vanuit de zaal onder anderen de prijswinnaar zelf. Deze had al eerder zijn dankwoord (p.261) uitgesproken,