Door het bestuur werden in de loop van de verslagperiode 20 nieuwe leden benoemd. 19 aanvaardden deze benoeming namelijk: mw. dr. M. Baerlecken-Hechtle, J.J. Ballegeer, B. Borgart, mw. E.J. Breugelmans-de Boer, dr. F.J.A. Broeze, B.M.I. Büch, W.E.M. de Clerck, H. van Dijk, mw. dr. C.W. Fock, J. Fox, A.M. Hulkenberg, H.G. Kuik, N. Maas, A.J.P. Raat, H.G. Schneeweiss, dr. H.D. Schneider, G. de Schutter, mw. E. Talsma en R. Visser.
Het bestuur vergaderde zes maal. Op de vergadering van 20 februari 1979 is besloten dat het dagelijks bestuur de beheers- en organisatorische zaken van de Maatschappij zal behandelen. De volgende vergaderingen zullen in elk geval plenair zijn: de resumptievergadering en die waarop de begroting en de voorbereiding der jaarvergadering ter sprake zullen komen. De secretaris vertegenwoordigde het bestuur bij de presentatie der eerste delen van de Bibliotheek der Nederlandse Letteren, de vice-voorzitter woonde de uitreiking van de P.C. Hooftprijs aan Harry Mulisch bij en de penningmeester was aanwezig bij de begrafenis van Louis Paul Boon.
De jaarlijkse Huizinga-voordracht, een eerbetoon aan de historicus en cultuurfilosoof Johan Huizinga, georganiseerd door de Faculteit der Letteren aan de Rijksuniversiteit te Leiden, het nrc/Handelsblad en de Maatschappij werd gehouden op vrijdag 8 december in de Hooglandse kerk te Leiden. K. van het Reve, journalist en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, hield een voordracht over het onderwerp: Literatuurwetenschap: het raadsel der onleesbaarheid.
Voor de toestand der financiën zij verwezen naar het verslag van de penningmeester.
De akte tot Statutenwijziging is door notaris W.J. Scheltens te Leiden gepasseerd en vervolgens ingeschreven in het Verenigingenregister. De Maatschappij bezit volledige rechtspersoonlijkheid.
Er zijn twee werkvergaderingen belegd: de eerste op 16 december 1978 tijdens welke de huldiging van H.G. Kuik, de winnaar van de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs, plaatsvond (zie bijlage i), de tweede op 26 april 1979, die diende ter voorbereiding van de jaarvergadering.
De Werkgroep 19e eeuw mocht zich in het verslagjaar in een voortdurende groei verheugen: het aantal leden is inmiddels gestegen tot ongeveer 500. Behalve vier normale afleveringen van het Documentatieblad verschenen in de vorm van een eerste nummer der afzonderlijke Symposiumreeks de voordrachten over ‘Het jaar 1848’, gehouden op het eerste