1. Opening
De jaarvergadering werd ook dit jaar gehouden in zaal xi van het Leidse Academiegebouw. Aanwezig waren 50 leden. Om tien over half elf opende de voorzitter van de Maatschappij, dr. A.L. Sötemann, de vergadering en sprak hij zijn jaarrede uit die elders in dit Jaarboek is afgedrukt. Vervolgens werden de in het afgelopen verenigingsjaar overleden leden herdacht, te weten het erelid L.P. Boon, dr. S. Asakura, C.P. Bruijn, mw. E. Dronckers, mw. dr. Th. M. Duyvené de Wit-Klinkhamer, dr. J.H.A. Engelbrecht, dr. H.K. Gerson, mw. J.H. van Goor-Duut, dr. L.W. Hiemstra, J.R. Meulenhoff, mr. A. Mout, dr. W.A. Nolet, mw. dr. M. Nijland-Verwey, mw. dr. A.J. Portengen, mr. H.J. Reinink, dr. A.F.E. van Schendel, H.J.J. Scholtens, dr. H. Thiery, mw. dr. H.J. Vieu-Kuik, dr. S. van der Wal, dr. H. Wesche, mw. dr. S.F. Witstein, mw. H. Wolf-Catz, Johan van der Woude, dr. N.C.H. Wijngaards.
Bij punt 2, Mededelingen, nadat de secretaris de berichten van verhindering had voorgelezen, deelde de voorzitter mee dat binnen afzienbare tijd de verschijning verwacht kan worden van twee nieuwe Jaarboeken en van een nieuwe ledenlijst. Voor de laatste was de mogelijkheid van automatisering onderzocht, maar de kosten hiervan waren prohibitief hoog. Over de Henriette Roland Holst-prijs, waarvan de jurering bij de Maatschappij komt, zei de voorzitter dat het financiële aspect niet onbevredigend is en dat aan het reglement wordt gewerkt. Deze prijs zal alterneren met de Dr. Wijnaendts Francken-prijs.
Bij punt 3, Verslag van de staat der Maatschappij, vroeg dr. J.G. Bomhoff waarom er door de Maatschappij niets aan de Vondelherdenking is gedaan. De heer J. Notermans sloot zich hierbij aan. De voorzitter antwoordde dat het bestuur zich er wel mee bezig had gehouden, zonder dat dit enig tastbaar resultaat had opgeleverd. Praktische omstandigheden hadden méér verhinderd. Op de vraag van mr. P.J. Idenburg waarom geen officiële vertegenwoordiger naar het symposium in Leuven gegaan was, antwoordde de voorzitter dat de Maatschappij geen uitnodiging heeft ontvangen. De heer H. Reeser stelde voor een kalender van letterkundige verjaardagen aan te leggen. Dan zou ook het jubileum van het eerste vrouwelijke erelid, mevrouw Bosboom-Toussaint, niet vergeten zijn. De voorzitter beloofde beterschap. Vervolgens werd het verslag van de secretaris goedgekeurd.
De onder punt 4-6 genoemde verslagen van de Noordelijke Afdeling,