in het verzet gezeten heeft. De in 1938 geboren Hans, die in de oorlog door een Duitse officier is afgetuigd, zit boordevol met wraakgevoel jegens de nazi's, die zo rijk vertegenwoordigd zijn in zijn eigen familie: de familie van zijn moeder.
Tijdens een vakantiereis naar Oostenrijk, in het begin van de jaren vijftig dus, vecht Hans zijn oorlog uit. De oorlog na de oorlog, die hij als een jeugdige Prometheus ingaat en niet zonder kleerscheuren en zielsschokken doorstaat. Goed en slecht blijken niet makkelijk uit elkaar te houden, wat toch nodig is als men de normen van de anderen voor een eigen waardestelsel in wil ruilen, als men een individu wil worden. ‘Waren mijn ooms slecht omdat ze voor de nazi's gevochten hadden? Of waren ze goed omdat ze door hun vader geslagen waren en mij aardig behandelden? Was mijn grootvader goed omdat hij tegen de nazi's geweest was? Of was hij slecht omdat hij zijn vrouw het graf in en zijn dochter het land uit gegeslagen had? Dat hij geen woord tegen mij zei, was dat zijn goedheid of zijn slechtheid? Als ík het slecht vond, was het dan ook slecht? Wie maakte dat uit? Wie moest hem straffen? Ik?’.
Dat op al die vragen een, ook letterlijk, doeltreffend antwoord wordt gevonden, zodat Hans Verweg met ‘een aan geluk grenzende tevredenheid’ terug kan reizen, is minder belangrijk dan de wijze waarop Kuik het hele groeiproces beschreven heeft.
Via onder andere het onliteraire, ‘puberale’ taalgebruik wordt de afstand tussen hoofdpersoon en lezer sterk verkleind, terwijl diezelfde afstand tegelijk vergroot wordt door de, zowel geografisch als emotioneel, uitzonderlijke context, waarin het verhaal zich afspeelt. Deze voortdurende spanning tussen ver weg en dichtbij werkt dikwijls uitermate komisch, en accentueert op die manier nog eens de spontaneïteit die de roman vanaf de eerste tot de laatste bladzijde doortrekt. Zó sterk zelfs dat men zich pas aan het eind realiseert hoe doelbewust, hoe knap, de ‘Werdegang’ van deze dertienjarige is gestructureerd. Juist deze onnadrukkelijke, ogenschijnlijk niet-spectaculaire, schrijftechniek is er misschien de oorzaak van dat de roman Het schot van Hilbert Kuik, naar het oordeel van de Commissie, minder aandacht heeft gekregen dan het boek verdient. Moge de Van der Hoogt-prijs daar verandering in brengen.
De Commissie voor schone letteren, (w.g.) dr. G. Borgers, T. van Deel, J.G. Elburg, M. Hartkamp, mw. Ankie Peypers.