Bijlage I Verslag van de uitreiking van de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1977
Zaterdagmiddag, 29 oktober 1977, vond in een overvolle concertzaal van het Shaffy Theater te Amsterdam de uitreiking plaats van de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1977 aan Dirk Ayelt Kooiman voor zijn roman De grote stilte (1975).
Deze bijzondere vergadering van de Maatschappij werd geopend door de vice-voorzitter T. van Deel, die een amusant en gevarieerd programma kon aankondigen.
De ‘academistische’ schrijver Nicolaas Matsier - voor deze gelegenheid professor Matsier - beet de spits af met een toespraak in het Engels, die in het programma als titel droeg: Over het doen alsof in de kunst en in het werk van D.A. Kooiman in het bijzonder of De schrijver als oplichter.
Vervolgens trad Freek de Jonge op, die probeerde voor te lezen uit exemplaren van Een romance. Het boek bleef zich daar echter tegen verzetten: de ene keer stroomde er water uit, dan weer sprong er een wolk confetti uit tevoorschijn, of bleken er knalsigaren in te zitten. Eén exemplaar zat potdicht en bleek zo zwaar dat de glasplaat van een tafeltje erdoor brak. Een laatste exemplaar bleef in beweging, waardoor er niet uit voor te lezen was. Ten einde raad rukte De Jonge er enkele bladzijden uit. Terwijl hij daar uit voorlas bewoog zich zijn katheder langzaam naar de rand van het podium. Deze beweging was te danken aan Jeroen Henneman - vescholen in de katheder - aan wiens vernuft ook de weerbarstige Romance-exemplaren waren ontsproten. Henneman had eveneens de bewegende proppen papier bedacht, die de aandacht afleidden van de voorlezende Freek de Jonge.
Toen Henneman ten slotte uit de katheder trad, nam hij zelf het woord. Hij draaide een band af met zijn toespraak, die hij thuis had opgenomen. Halverwege verdween hij van het podium: zijn stem bleef klinken en de fotografen kiekten een verlaten katheder, met daarop een bandrecorder.
Na dit optreden vond de prijsuitreiking plaats. J.G. Elburg las het juryrapport voor en dr. G. Borgens overhandigde Kooiman hierna de prijs.
Kooimans dankwoord volgde in de vorm van een causerie over ‘oneigenlijke informatie’ getiteld: Het oor van Van Gogh en de stofzuiger van Vestdijk. Deze causerie wierp enig licht op het scheppingsproces bij deze