10. Verslag van de commissie voor taal- en letterkunde over het jaar 1975-1976
In de verslagperiode was de Commissie als volgt samengesteld: dr. J. Goossens, voorzitter; dr. M.H. Schenkeveld, secretaris; dr. J. van Bakel, dr. M.J.M. de Haan, G. Kamphuis, dr. G. Kazemier, dr. A.C.M. Meeuwesse, dr. A. Sassen, dr. F. de Tollenaere, dr. M.C. van den Toorn, dr. S.F. Witstein, dr. C.A. Zaalberg, leden.
De Commissie heeft maandelijks vergaderd in het gebouw van de Universiteitsbibliotheek, Rapenburg 76 te Leiden. Zij voerde de redactie van het Tijdschrift voor Nederlandse Taal en Letterkunde. Daarvan verscheen in deze periode deel 91, aflevering 1-4.
In de vergaderingen werden voordrachten gehouden over de volgende onderwerpen:
17 september 1975: M.C. van den Toorn, Het probleem van een syntactische verandering.
22 oktober 1975: M.J.M. de Haan, Mondelinge letterkunde, een paradox?
19 november 1975: M.J.M. de Haan, Elcerlyc is niet iedereen.
17 december 1975: G. Kamphuis, Het verhaal van Welf en de Germaanse oudheid in Hermingard van de Eikenterpen.
21 januari 1976: J. Goossens, De oudste ‘Middelnederlandse’ literatuur.
17 februari 1976: M.H. Schenkeveld, Huet over ‘de’ roman in verband met Lidewyde.
24 maart 1976: A. Sassen, Categorialiteit.
21 april 1976: G. Kazemier, Mijn oplettende lezertjes, als U begrijpt wat ik bedoel.
19 mei 1976: A.C.M. Meeuwesse, Een bundel vriendschapspoëzie van Anna Blaman uit 1928.