8. De Maatschappij dient een meer bijzonder karakter te geven aan de uitreiking van haar prijzen, waarbij gedacht kan worden aan inschakeling van de Hoofdcommissies, casu quo de commissies van toekenning. De uitreiking behoeft niet, zoals tot dusverre, in Leiden plaats te hebben.
Deze wijziging mag evenwel geen afbreuk doen aan karakter en gehalte van de jaarvergadering.
9. De Maatschappij dient vooral in die jaren waarin weinig van de door haar toe te kennen prijzen vallen, door middel van een bijzondere manifestatie van haar activiteiten blijk te geven.
10. In bovengenoemde Nieuwsbrief dienen mededelingen te worden opgenomen betreffende de bibliotheek van de Maatschappij waardoor de leden geïnformeerd kunnen blijven over de collecties en waarin ook een beroep op de leden kan worden gedaan om aan de collectievorming mee te werken.
11. In die Nieuwsbrief kan ook een overzicht worden gepubliceerd over de richtlijnen waarnaar de bibliotheek aanschaft.
12. De Maatschappij dient op zo kort mogelijke termijn tot oprichting te komen van het in 1971 voorgestelde Wetenschappelijke Bureau voor tekstedities. Daarbij is een nauwe ruimtelijke relatie met de in de bibliotheek aanwezige collecties (met name handschriften) noodzakelijk.
13. Het bestuur dient maatregelen te nemen teneinde de continuïteit van het Jaarboek te waarborgen.
14. Uit de conferentie is de wens naar voren gekomen in het Jaarboek ook bijdragen van creatieve kunstenaars op te nemen en verder te bevorderen dat wetenschappelijke bijdragen van middelgrote omvang, die in tijdschriften geen ruimte kunnen vinden, in het Jaarboek worden opgenomen. Deze kunnen daarnaast ook wel afzonderlijk verschijnen.
15. De conferentie constateert dat bij het uitgeven vanwege de Maatschappij van het Leidse Tijdschrift de Commissie voor de publikaties niet betrokken blijkt te zijn en verzoekt het bestuur hierover een standpunt te formuleren.
16. Het bestuur wordt aanbevolen de criteria ten aanzien van het rekruteren van leden op schrift te stellen.