Bijlage II Rapport van de jury voor de Dr. Wijnaendts Franckenprijs
Overeenkomstig het reglement voor de dr. Wijnaendts Francken-prijs had de commissie ditmaal tot taak een werk ter bekroning voor te dragen ‘op het gebied van essays en litteraire critiek’, terwijl in de opdrachtbrief door het Bestuur van de Maatschappij was verzocht het terrein van de literatuurkritiek-in-engere-zin buiten beschouwing te laten omdat er inmiddels een afzonderlijke ‘Prijs der literaire kritiek’ bestaat.
Evenals haar voorgangster vier jaar geleden heeft de commissie zich geplaatst gezien voor de moeilijkheid dat zij zich niet bevoegd kon achten het gehele terrein waarop beschouwingen van essayistische aard (kunnen) zijn verschenen, te overzien, laat staan deze op hun verdienste te beoordelen. Gegeven haar samenstelling heeft zij zich daarom beperkt tot de beoordeling van de essayistiek van algemeen karakter die binnen haar gezichtskring viel.
Hoe moeilijk het moge zijn de grenzen van het weinig nauwkeurig omschrijfbare genre ‘essay’ te bepalen, men is het er in het algemeen over eens dat dit soort beschouwingen wordt gekenmerkt door een duidelijk persoonlijk gekleurde, niet volgens rigoureuze, strikt wetenschappelijke methoden controleerbaar gemaakte, visie op een problematiek, waarbij veelal morele criteria in het spel zijn; door een op lichtvoetige wijze gehanteerde eruditie, en door een verrassende, spirituele en overtuigende betoogtrant.
Juist beschouwingen die aan deze eisen voldoen, zijn er - meer dan in vroegere perioden wel eens het geval is geweest - in de vier jaren, voorafgaande aan 1973, verscheidene geschreven. Met het gevolg dat de commissie zich voor een op zichzelf verheugende moeilijke keuze geplaatst zag, zelfs nog toen zij zich gedwongen voelde een aantal geschriften die toch eerder onder de categorie ‘biographie en cultuurgeschiedenis’ leken thuis te horen, van mededinging uit te sluiten.
Na ampele overweging en discussie heeft de commissie zich als geheel ermee kunnen verenigen aan het Bestuur ter bekroning voor te dragen de essayist Karel van het Reve, die in de bewuste periode niet alleen een aanzienlijke produktiviteit aan de dag heeft gelegd, maar ook telkens weer blijk heeft gegeven op een hoog niveau aan de eerder genoemde eisen voor het essay te voldoen.