Bijlage II
Leiden, 6 mei 1970.
Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs en Wetenschappen
t.a.v. Afdeling Bevordering Wetenschapsbeoefening
Nieuwe Uitleg 1
's-Gravenhage.
Excellentie,
Met ons schrijven van 9 januari 1970 namen wij de vrijheid Uw hulp in te roepen bij het verwezenlijken van ons plan een wetenschappelijk bureau in te stellen.
Op grond van het advies van de Rijkscommissie van advies inzake opdrachten op het gebied der literatuur-historie mogen wij verwachten dat de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk opdracht zal geven een inventaris op te stellen van hetgeen gebeurd is en van dat wat nog moet gebeuren op het gebied van wetenschappelijke uitgaven van letterkundige teksten.
Als aanvulling op genoemd schrijven delen wij U mede dat wij tot de overtuiging zijn gekomen dat het wenselijk, en voor een goed functioneren bevorderlijk, zal zijn als dit bureau, onder beheer van onze Maatschappij, onder toezicht zal worden gesteld van een curatorium. Hierin zal dan van iedere universiteit een vertegenwoordiger zitting dienen te hebben. Wij vertrouwen dat hierdoor, met instemming en medewerking van alle betrokkenen, een optimaal resultaat bereikt zal worden.
Met de meeste hoogachting, namens het bestuur, (w.g.) H.A. Gomperts, voorzitter Dirk de Jong, secretaris