18-20.
Omdat het bestuur geen bijzondere mededelingen had te doen en nadat mej. Dr. N. Bakker bekend had gemaakt dat de voorzitter in deze functie herkozen was, werd de rondvraag aan de orde gesteld.
De heer G. Kamphuis vestigde er de aandacht van het bestuur op dat dit jaar zo weinig buitenlandse leden waren gekozen en bovendien vroeg hij zich af of de fusie van W.E.J. Tjeenk Willink en Kluwer een nadelige invloed zou kunnen uitoefenen op de series die voor onze Maatschappij door de eerstgenoemde worden uitgegeven. De heer Dr. C.A. Zaalberg, die vanzelfsprekend niet kon spreken namens de redactie van de bedoelde series, vertelde dat er een levendig contact geweest is tussen redactie en uitgever, dat er een uitgaven-programma is opgesteld en dat er dus geen reden is tot ongerustheid. Ongerustheid, maar dan t.a.v. het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, bestond er ook bij de heren Dr. P.J. Meertens en Mr. J. den Tex, omdat er na de brochure van Mr. Wijnman niets meer over dit project was gezegd of geschreven. De heer Dr. I. Schöffer, die onze vertegenwoordiger is in de commissie die zich met dit woordenboek bezig houdt, was buitenslands, maar uit zijn rapport bleek dat de uitgave van het N.W.B. aan het Rijksbureau voor vaderlandse geschiedenis zal worden toevertrouwd. Het is nog niet te