III. Verslag van de Noordelijke Tak
De werkzaamheden van de tak vonden regelmatig voortgang; de belangstelling van de leden was bevredigend. Op de jaarvergadering van 1962 sprak de heer J. Boer over: De boer in de groninger letteren; in het seizoen 1962-1963 werden tot nu toe de volgende voordrachten gehouden:
20 oktober | Dr. F. Jansonius: De stijl van Mr. C. van Vollenhoven. |
13 november | Ad den Besten: Dichten als daad. |
15 december | Mevr. Dr. M. Hartgerink-Koomans: Zeehandel en spoorwegen; rivaliteiten uit de negentiende eeuw. |
12 januari | Dr. K. Heeroma: Martinus Nijhoff. |
9 februari | Ds. J.J. Kalma: De dominé in de Friese literatuur. |
23 maart | Dr. J.G. Riewald: De maandelijkse vergadering van de Quakers in Harlingen van 1677 tot 1701. |
Evenals in het vorige verslagjaar is ook nu de novembervergadering een buitengewone geweest, waarop aan een groot aantal introducés toegang werd verleend. Er blijkt onder de leraren en leerlingen van het VHMO grote belangstelling te zijn voor deze mogelijkheid, een vooraanstaand literator te horen.
Door de dood ontviel ons Dr. Van Deursen; door vertrek naar elders verloren wij de heren Geers, De Gruyter en Wiersma. Door verkiezing kreeg de tak vier leden, te weten de heren Immink, Van Lennep, Obreen en Overdiep.
Op de jaarvergadering werd Dr. J. Elema tot voorzitter gekozen. Het bestuur is thans als volgt samengesteld:
Dr. J. Elema, voorzitter, |
Dr. P. Gerbenzon, secretaris, |
Mevr. Dr. B.H. Spaanstra-Polak, penningmeesteresse, |
Ds. J.J. Kalma, assessor. |