Het graf van Frans van Lelyveld
De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heeft aan niemand grootere verplichting dan aan den Leidschen koopman-literator Frans van Lelyveld (1740-1785), een harer oprichters en tevens den man, die in de eerste periode van haar bestaan haar opbouwer was. Er is geen portret van hem bekend; zijn graf kon men niet aanwijzen.
Uit het doodsbericht, door R. Zuidema in De Navorscher, 1930, bl. 140-141, gepubliceerd, blijkt, dat Van Lelyveld op 8 April 1785 te Amersfoort, waar hij voor zaken vertoefde, plotseling is overleden. Bij het zoeken naar archivalia betreffende Van Lelyveld vond ik ongeveer zestien jaar geleden de volgende notitie aangaande zijn begrafenis, die kan dienen ter aanvulling van hetgeen Zuidema mededeelde in De Navorscher, 1930, bl. 87-90.
In het Register grafrechten van de St. Joriskerk te Amersfoort (Rijksarchief Utrecht, Burg. Stand Amersfoort, boek 48j, fo1) staat: 1785 den 14 April, ontfangen van Juffr. Aletta de Raed, weduwe van de Heer Frans van Lelijvelt te Leijden, in de middelkerk Coor 4 B 7 graft, ƒ 31:10.
Verder is er iets aangeteekend over de huur van de lijkkoets, het gebruik van de zwarte baar, het klokluiden en het openen van het graf op 14 April 1785. Rebecca (niet Aletta zooals het grafregister vermeldt) de Raat, Van Lelyvelds echtgenoote, heeft haar man een begrafenis eerste klasse gegeven.
Van Lelyvelds laatste rustplaats bevindt zich dus in de Groote Kerk te Amersfoort, middelkerk, koor, vierde beun, het zevende graf, want hij is niet te Leiden herbegraven. De koster der Groote Kerk, de heer A.J. van der Hazel, was in 1947 zoo vriendelijk mij de vermoedelijke plaats van het graf volgens de gegevens uit het bovengenoemde register aan te wijzen; hij had nooit gehoord, dat Frans van Lelyveld in de Groote Kerk begraven is. Het graf ligt onder den grooten houten vloer, die zich in verband met de godsdienstoefeningen daar al lang bevindt en die talrijke zerken aan het gezicht onttrekt. Vandaar dat Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins in zijn Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Utrecht (1919) wel den planken-vloer vermeldt (bl. 21), doch Frans van Lelyveld niet noemt.
Mij is niet bekend of bij de restauratie van de St. Joriskerk te Amersfoort een grafzerk van Frans van Lelyveld aan het licht is gekomen. Het zou een passende hulde zijn, wanneer in de nabijheid van het graf