Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1959
(1959)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 165]
| |
Hoogtprijs toe te kennen aan A. Koolhaas voor zijn bundel dierenverhalen ‘Er zit geen spek in de val’. De commissie kwam enige malen bijeen. Na een eerste schifting van de prozawerken, die voor een mogelijke bekroning in aanmerking kwamen, bleven er vier boeken over, waarover uitvoerig van gedachten werd gewisseld. Het betrof de romans ‘Wierook en tranen’ van Ward Ruyslinck en ‘De ontploffing’ van Prosper de Smet alsmede de verhalenbundels ‘Tjies’ van Vincent Mahieu en ‘Er zit geen spek in de val’ van A. Koolhaas. Tijdens de ampele discussies werd het duidelijk dat de voorkeur van de gehele commissie uitging naar de beide verhalenbundels. Tenslotte werd besloten het boek van Koolhaas ter bekroning voor te dragen. Van A. Koolhaas, die in 1912 werd geboren, zijn tot nu toe drie bundels dierenverhalen verschenen: ‘Poging tot instinct’ (1956), ‘Vergeet niet de leeuwen te aaien’ (1957) en ‘Er zit geen spek in de val’ (1958). Bewegen de tweede en derde bundel zich op gelijk niveau en had de commissie dus evengoed ‘Vergeet niet de leeuwen te aaien’ ter bekroning kunnen voordragen, beide bundels geven duidelijk een stijging te zien in vergelijking met de eerste verzameling, hoe opmerkelijk deze op zichzelf reeds was. De commissie heeft grote bewondering voor de manier, waarop Koolhaas de geijkte vormen van het dierenverhaal heeft weten te doorbreken en dit literair genre op volkomen persoonlijke wijze heeft vernieuwd. Het opzienbarende van zijn creaties acht de commissie dat hij er in ieder verhaal opnieuw in is geslaagd het animale en het humane natuurlijk te laten samenklinken. Menselijk en dierlijk leven schuiven in deze vertellingen in elkaar tot een eenheid, waarin het bestaan op aarde met inbegrip van zijn metaphysische momenten, op dikwijls sublieme wijze wordt geëvoceerd. ‘Er zit geen spek in de val’ bevat vijf even aangrijpende als humoristische verhalen, die zich bezig houden met het creatieve leven van een spin, de ontluikende liefde tussen twee hazen, het vrijwillig isolement van een minzieke muis, het moeder-worden en moeder-zijn van een eend en de dood op een kalkoenen-kwekerij. Getuigen de beschrijvingen van het uiterlijk, van de bewegingen en de verrichtingen der dieren al van een groot talent, veel wezenlijker openbaart zich Koolhaas' schrijverschap nog in het weergeven der zielsbewegingen van zijn figuren, in de onafwendbaarheid van het gebeuren, in taalgebruik en compositie. | |
[pagina 166]
| |
Op wel heel bijzondere wijze heeft de schrijver zijn eigen-melancholiekelevensgevoel, en in dat levensgevoel de vereenzaming van de moderne mens, weergegeven. Om al deze qualiteiten acht de commissie een prijs van aanmoediging voor de bundel ‘Er zit geen spek in de val’ ten volle gerechtvaardigd. Advies van het Bestuur. Het Bestuur beveelt de Vergadering aan het door de Commissie voor Schone Letteren uitgebrachte advies te volgen en aan de schrijver A. Koolhaas de prijs toe te kennen voor zijn bundel ‘Er zit geen spek in de val. Dit advies wordt bij acclamatie aangenomen. De vergadering gaat akkoord met het voorstel beide prijswinnaars telegrafisch geluk te wensen. Vervolgens herinnert de voorzitter er aan, dat de toekenning van de Dr. Wijnaendts-Franckenprijs dit jaar niet als punt op de agenda voorkomt. Het bestuur, dat volgens art. 57 der Wet de prijs toekent, meende allerlei reserves t.a.v. het voorgedragen werk in het rapport van de commissie zwaarder te moeten laten wegen dan de commissie had gedaan. Om die reden heeft het bestuur met de grootst mogelijke meerderheid besloten de prijs niet toe te kennen. Kiesheidshalve meent de voorzitter de naam van de betrokken auteur niet te moeten noemen. De commissie dankt hij voor de zorg, waarmee zij haar advies heeft samengesteld. |
|