Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1959
(1959)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermdV. Verslag van de bibliothecarisaant.In afwijking van hetgeen tot nu toe geschiedde, heeft het hierbij uit te brengen verslag over de bibliotheek der Maatschappij betrekking op het kalenderjaar 1958 en niet op het verenigingsjaar 1958/59. De reden hiervan ligt besloten in de wenselijkheid om discrepantie te vermijden tussen de financiële gegevens betreffende de bibliotheek, vermeld in de | |
[pagina 158]
| |
rekening en verantwoording van de penningmeester en de cijfers betreffende de uitgaven en de aantallen gekochte boeken en tijdschriften in het verslag over het verenigingsjaar van de bibliothecaris. Het totaal aantal verworven monografieën en vervolgdelen bedroeg in 1958 niet minder dan 537 banden; in 1957 was dit aantal 370. Wederom werd vele malen een beroep gedaan op de Nederlandse uitgeverswereld, die 293 boekdelen schonk, waarnaast enkele werken van particuliere schenkers werden ontvangen. In vergelijking met het vorige jaar betekent dit een niet geringe stijging. Er moge echter in dit verband met nadruk op worden gewezen, dat het niet mogelijk zal zijn telken jare een dergelijk beroep op eenzelfde groep Nederlandse ingezetenen te blijven doen; subsidiëring van overheidswege kan, gezien ook de in de laatste decennia sterk gewijzigde maatschappelijke structuur, hierin slechts afdoende verandering brengen. Door aankoop werden 244 bibliografische eenheden verkregen (v.j. 119) en 120 vervolgdelen (v.j. 116), alsmede een klein aantal overdrukken. Het totaal aantal tijdschriften, dat door abonnement of door ruil voor het Jaarboek en/of het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde verkregen werd, bedroeg 201, waarvan 94 Nederlandse tijdschriften (v.j. 84) en 107 buitenlandse (v.j. eveneens 107). Bovendien werden dit jaar door de verschillende Nederlandse universiteiten volgens een reeds eerder getroffen regeling een 30-tal proefschriften geschonken, die betrekking hebben op de door de Maatschappij bestreken vakgebieden. Het grootste deel der verworven werken is, gezien ook de soort der schenkingen, van belletristische aard. Daarnaast werd ernaar gestreefd om mede door antiquarische aankopen de oudere belletrie aan te vullen; in dit kader werden ook enkele oude tijdschriftenreeksen gekocht. Bij verhoging van de financiële middelen der bibliotheek zal meer aandacht moeten worden besteed aan de aankoop van boekwerken op het gebied der vaderlandse geschiedenis en oudheidkunde, inzonderheid aan de stedengeschiedenis, een gebied, waarop sinds enkele jaren weinig kon worden aangeschaft. De bibliothecaris moest verstek laten gaan wat de aankoop van (middel)-nederlandse handschriften betreft. De prijzen op aucties van het (inter)nationale antiquariaat noopten daartoe. Bij een zo vrij nauwkeurig afgebakend gebied als dat, waarvoor de Maatschappij belangstelling heeft, mogen geen rompcollecties ontstaan en moet er naar behoorlijke volledigheid worden gestreefd. | |
[pagina 159]
| |
Van de particuliere schenkers mogen hier inzonderheid worden vermeld Prof. Dr. P. Minderaa en Dr. V.E. van Vriesland, die een collectie brieven van en aan het gestorven medelid der Maatschappij, Mevr. A. van Haersolte, schonk. Ook Mej. Dr. C. Cath. van de Graft schonk een uitgebreide collectie brieven. Het is voorts verheugend te mogen vaststellen, dat ook enkele bijzondere aanwinsten op het gebied der Zuid-Afrikaanse Taal- en Letterkunde konden worden verkregen, vooral dank zij schenkingen van de Nationale Boekhandel Beperk te Kaapstad. Het gebruik dat van de bibliotheek wordt gemaakt, is ongeacht de betrekkelijk beperkte gebruikerskring, steeds stijgende. Het totaal aantal uitgeleende boeken bedroeg in 1956: 6041, in 1957 was dit aantal 7061 en in 1958: 7420. Hierbij zijn niet inbegrepen de werken, die ter plaatse in de Leidse Universiteitsbibliotheek geraadpleegd werden. Reeds enige tijd geleden werd een begin gemaakt met het plaatsen van boeken en tijdschriften uit het bezit der Maatschappij in de Studiezaal Moderne Talen der Universiteitsbibliotheek. Voor de Nederlands studerenden is dit een belangrijke en efficiënte faciliteit, welke nog vergroot wordt, doordat alle catalogustitels van de aanwinsten van de bibliotheek der Maatschappij in de centrale catalogus van de Leidse Universiteitsbibliotheek worden opgenomen en daardoor tevens in de Centrale Catalogus van de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage. Op deze wijze vervult de bibliotheek ook in het kader van het interbibliothecaire leenverkeer thans een niet onbelangrijke rol. Door de dynamische ontwikkeling van het vooral interlocale en interbibliothecaire leenverkeer vindt de zo juist voor de eerste maal verleende subsidiëring der Maatschappij van overheidswege zijn volledige rechtvaardiging; subsidiëring, die eerst thans mogelijk zal maken een goede taakvervulling van de bibliotheek, welke ook in het nabije verleden steeds zo velen is ter harte gegaan. Tenslotte mogen ter illustratie van het bovenstaande nog enkele gegevens over de besteding van het bibliotheekcrediet vermeld worden. Bij boekhandelaren werd voor een bedrag van ƒ 951.66 gekocht, bij antiquariaten voor ƒ 493.61; aan tijdschriftabonnementen e.d. werd voor een bedrag van ƒ 687.85 besteed, terwijl in verband met de achterstand in het bindwerk voor dat doel niet minder dan ƒ 1037.65 moest worden uitgegeven. |
|