Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1959
(1959)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 147]
| |
Verslagen | |
[pagina 149]
| |
Verslag van de jaarvergadering te Leiden 27 juni 1959De beschrijvingsbrief luidde:
Leiden, Juni 1959 M.
Het Bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde nodigt U uit tot het bijwonen van de jaarvergadering op
zaterdag de 27ste juni 1959 te Leiden in het Academiegebouw, Zaal XI, Rapenburg 73. Aanvang 10.30 uur
De orde der werkzaamheden is als volgt: I. Opening van de vergadering door de voorzitter, de heer Dr. J.G. Bomhoff. II. Verslag van de staat der Maatschappij en van haar belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het jaar 1958/1959. III. Verslag van de staat der Afdeling voor de drie Noordelijke Provinciën gedurende hetzelfde tijdsverloop. IV. Verslag van de staat der Afdeling voor de Zuid-Oostelijke Provinciën gedurende hetzelfde tijdsverloop. V. Verslag van de staat der bibliotheek gedurende hetzelfde tijdsverloop. VI. Verslag omtrent de rekening en verantwoording van de penningmeester. VII. Overzicht van de verslagen der vaste commissies. VIII. Bekendmaking van de uitslag der stemming over de te benoemen leden (zie bijlagen). Ieder gewoon lid is gerechtigd, zijn stem uit te brengen omtrent de vraag welke leden worden benoemd. Zij die van dat recht gebruik maken, zorgen dat het hun nevens de candidatenlijst toegezonden stembiljet, duidelijk ingevuld en met hun naam ondertekend, uiterlijk 24 uur voor de aanvang der jaarvergadering is ingekomen bij de secretaris op straffe van nietigheid van het betreffende stembiljet. Een in de voorafgaande maandvergadering te benoemen commissie van leden maakt de uitslag der stemming de avond te voren op, en deelt die aan de vergadering mede (art. 9 der Wet). IX. Stemming over de toekenning van de prijs voor Meesterschap (zie bijlage). X. Stemming over de toekenning van de prijs van aanmoediging, genaamd Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs, voor de periode 1958/59 (zie bijlage). Noenmaal in Café-Restaurant ‘De Doelen’, Rapenburg 2 XI. Voordracht door Dr. P. Brachin over: Constantijn Huygens ALS HUISVADER
XII. Voorstellen tot wetswijziging (zie onder 1). XIII. Vaststelling van de jaarlijkse bijdrage (art. 13 der Wet). Het bestuur stelt voor deze te handhaven op ƒ 12.50. | |
[pagina 150]
| |
XIV. Verkiezing van een bestuurslid (art. 24 der Wet; zie het bijgevoegde stembiljet). XV. Verkiezing van leden in vaste commissies (art. 53 der Wet; zie het bijgevoegde stembiljet). XVI. Voorstel van het bestuur tot dispensatie van art. 60,3 der Wet (zie onder 2). XVII. Verkiezing van een voorzitter. XVIII. Rondvraag. (XII 1) Het bestuur stelt voor in art. 53, 1 (‘De drie in art. 51 eerst genoemde commissies bestaan uit ten minste vijf en ten hoogste negen leden’) en ten hoogste negen te schrappen, in art. 53, 3 (‘Jaarlijks op de derde Woensdag van juni treedt in elk dezer Commissies één lid of treden, zo het getal der leden meer dan zeven bedraagt, twee leden af’) één lid of treden, zo het getal der leden meer dan zeven bedraagt, twee leden te wijzigen in een derde der leden en in art. 55, 1 (‘... toekenning van een prijs voor Meesterschap, ten bedrage van ƒ 1000.-’) van ƒ 1000.- te wijzigen in van tenminste ƒ 1000.-. (XVI 2) Art. 60/3 luidt: ‘Op de begroting wordt elk jaar een bedrag, vertegenwoordigende ten minste 10 procent der jaarlijkse inkomsten, uitgetrokken voor eigen uitgaven der Maatschappij, ongerekend het bedrag, dat daartoe uit het Fonds beschikbaar wordt gesteld’.
Aanwezig zijn 60 leden. Te 10.30 uur opent de voorzitter Dr. J.G. Bomhoff de vergadering. Hij heet de aanwezigen, in 't bijzonder Dr. P. Brachin, de spreker van de middagbijeenkomst, hartelijk welkom. Hij betreurt het uit de vele ingekomen berichten van verhindering te moeten concluderen, dat de door het bestuur gekoesterde vrees, dat de datum van deze vergadering een minder gelukkige invloed zou kunnen hebben op de opkomst, gerechtvaardigd is gebleken. Wilde men echter, zoals in de beide voorgaande jaren, vasthouden aan de zaterdag, dan bleef er voor de spreker, Dr. Brachin, geen andere geschikte dag over. Voor de lotgevallen van de Maatschappij in het afgelopen verenigingsjaar verwijst de voorzitter naar het verslag van de secretaris. Daarin zal opnieuw de klacht worden gehoord over de weinig intensieve belangstelling voor de maandelijkse vergaderingen. Een andere stereotiepe klacht van de laatste jaren zal intussen gelukkig niet meer worden geuit. De financiële toestand van de Maatschappij is dank zij een subsidie van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, thans aanmerkelijk verbeterd. De voorzitter wenst hem daarvoor ook op deze plaats dank te betuigen. Vervolgens herdenkt hij de 22 leden, die in het afgelopen verenigingsjaar zijn heengegaan, t.w. E. Berggrav, J.P. de Bie, M.C. Botha, Til Brugman, J.C.A. Fetter, F.C. Gerretson, J.J. van Geuns, P.H.G. van Gilse, A. den Hertog, C.M. van Hille-Gaerthé, G. Hulsman, J. van Krimpen, H. Ch. G.J. van de Mandere, A.J. de | |
[pagina 151]
| |
Mare, A.R.M. Mommers, L. Roggeveen, A.M.H. Schepman, M. Schönfeld, K. Sneyders de Vogel, J. Slagter, W. Barones van Tuyll van Serooskerken, F. de Vries. Nadat de vergadering enkele ogenblikken van stille overdenking aan hun nagedachtenis heeft gewijd, gaat de voorzitter over tot zijn voordracht
Van Eyck en het probleem der literaire kritiek (zie blz. 3) |
|