Friese groep onzer leden zou hebben ontwikkeld, kan tot heden niet worden gezegd.
Ook overigens wil het 't bestuur voorkomen, dat de samenhang in onze ‘Noordelijke Tak’ - het moge zijn, dat zij ook vroeger slechts door de kleinere groep der getrouwe comparanten beleefd werd - in de loop van dit verenigingsjaar enigszins is verslapt. Deze betreurenswaardige ontwikkeling is misschien mede een gevolg van het feit, dat ons verscheiden leden door de dood zijn ontvallen: in Augustus Dr. Guibal, die jarenlang vol ijver en toewijding in het Bestuur der Afdeling heeft medegewerkt, in Januari Prof. Dr. J. Lindeboom, een der oprichters van de Noordelijke Afdeling en de jaren door een belangstellend en trouw bezoeker van onze vergaderingen. Voorts is in Maart overleden ons oudste lid in jaren, de heer J.J. Hof te Leeuwarden.
Prof. Dr. H.J. Keuning heeft gemeend als lid te moeten bedanken, terwijl Dr. van der Poel uit Groningen is vertrokken. Het feit dat Dr. J. Elema tot hoogleraar aan de Groningse Universiteit is benoemd en dat de vroegere secretaris der Algemene Maatschappij, Dr. J.J. Mak, hier eveneens een academische functie heeft aanvaard, zal naar wij menen te mogen verwachten deze verliezen weer goed maken. Voorts werd tot onze voldoening Dr. H.P. Schaap te Assen door het Hoofdbestuur tot lid van de Maatschappij van Letterkunde benoemd, terwijl Mevrouw Dr. Spaanstra-Polak naar onze afdeling overkwam.
Tweemaal werd in het afgelopen verenigingsjaar samenwerking gezocht met andere corporaties: in November met de Skandinavische Studiekring, bij welke gelegenheid Dr. G. Das sprak over Contacten tussen Nederland en Denemarken in de 16e en 17e eeuw, en in Maart met het Kunsthistorisch Instituut, toen Dr. J. Gerson sprak over Hofstede de Groot. Verder spraken: in de oktobervergadering Mevr. Dr. Hartgerink over De Strijd van Amsterdam om de Rijnspoor; in december Prof. Dr. van Baaren over De Kunst der primitieve volken; in Februari te Leeuwarden de heer J. Piebenga over Land en Volk van de Far er; terwijl de Jaarvergadering werd opgeluisterd door een voordracht van de schrijver Bel Campo uit eigen werk.
Doordat de voorzitter meer geregeld dan dit vroeger wel gebeurde, te Leiden aan de bestuursvergaderingen heeft deelgenomen en het daar besprokene voor zover daartoe aanleiding bestond, ook aan onze ledenvergadering heeft doorgegeven, is het contact met de Algemene Maatschappij in het afgelopen jaar meer tot werkelijkheid gekomen.