III. Verslag van de N. tak
Het verenigingsjaar werd gekenmerkt door een opgewekt leven, waaraan helaas nog steeds slechts een al te klein deel der leden deelneemt. Het gezegde: ‘les absents ont tort’ is hier stellig van toepassing. Op de oktobervergadering waren tien leden aanwezig, november 16, december 20, januari 15, maart 9, zodat we afgezien van de jaarvergadering een gemiddelde bereiken van 14 aanwezigen, iets lager dus dan in het vorige jaar.
Grote schokken hebben onze afdeling niet beroerd. De Algemene Maatschappij, naar aanleiding van het Russische optreden in Hongarije voor de vraag gesteld of zij enige maatregel behoorde te nemen tegen de leden, die eventueel communistische sympathieën mochten koesteren, beantwoordde in haar ledenvergadering van 8 december deze vraag ontkennend; krachtens haar beginsel van geestelijke vrijheid kan zij niet optreden tegen wie een van de meerderheid afwijkende mening zijn toegedaan. Dit door de Algemene Ledenvergadering ingenomen standpunt viel blijkbaar geheel in de alhier heersende geest. Van enige beroering ter zake kan ten aanzien van de Noordelijke Afdeling niet worden gesproken.
Driemaal gedurende het verenigingsjaar was er voor onze afdeling aanleiding zich officieel te doen vertegenwoordigen. Eerst bij de huldiging van Hendrick de Vries ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag en later bij de uitreiking van de Hendrick de Vries-prijs aan de dichter Jan Boer. Wij zijn er trots op beide kunstenaars onder onze leden te tellen. Voorts bereikte het bestuur een uitnodiging om bij te wonen een door de Litteraire faculteit en het Genootschap Nederland-Engeland in samenwerking georganiseerde bijeenkomst, waar de heer John Lehmann sprak over ‘Britain and European Literature in our time’. Ook daar was een der bestuursleden q.q. aanwezig.
In het begin van het verenigingsjaar werd het secretariaat der vereniging door Dr E. Smits, die het - hoezeer tot aller tevredenheid - toch niet tot zijn eigen genoegen twee jaar lang verzorgd had, overgedragen aan ondergetekende. Aldus, samengesteld uit de heren Jongkees, de Buck en Das en mevrouw Hartgerink-Koomans, functionneerde uw bestuur in de aangenaamste harmonie; al bleef het te betreuren, dat geen lid uit Friesland er zitting in had.
De afdeling verloor drie leden: Dr Slicher van Bath, die naar Wage-