Telle, dichter, pamphletschrijver, vertaler’ en Mej. Dr J.K. Oudendijk over ‘Heden en verleden in de internationale arbitrage’. Het aantal aanwezige leden bedroeg gemiddeld 20, het hoogste aantal was 27, het kleinste 12. De regelmatige publicatie van de verslagen in de dagbladen liet ook dit jaar nog veel te wensen over. Toezending van een gestencild verslag aan de leden of opneming in het Jaarboek is overwogen, maar kon om financiële redenen nog niet verwezenlijkt worden, althans niet van alle voordrachten. In elk geval doet het bestuur nogmaals een ernstig beroep op de sprekers niet na te laten een beknopte samenvatting van de te houden voordracht tijdig aan de secretaris toe te zenden.
Van de activiteiten der Maatschappij naar buiten gedurende het afgelopen jaar verdient allereerst vermelding de Wolff- en Deken-herdenking. De plannen van het Werk-Comité op initiatief van de Maatschappij tot stand gekomen, zijn vrijwel alle en met succes ten uitvoer gebracht. Herinnerd worde in dit verband aan de bijeenkomsten o.a. te Vlissingen op 18 September, te 's-Gravenhage op 9 November en te Leiden op 15 Januari. Voorts aan de tentoonstelling, gehouden te Vlissingen, 's-Gravenhage, Leiden en Beverwijk en aan de samenstelling van het Gedenkboek, het Boeket voor Betje en Aagje, door de goede zorgen van de Wereldbibliotheek smaakvol uitgegeven, waarin naast een aantal herdenkingsvoordrachten en waardevolle studiën een bloemlezing van ook minder bekend, de schrijfsters typerend werk, is opgenomen. Nog binnen het afgelopen verenigingsjaar viel voorts de herdenking van Tien Jaar Bevrijding. De commissie belast met de uitvoering der plannen, bestaande uit het Dag. Bestuur en de heren Kamphuis en Juynboll, was zo gelukkig voor de inrichting van een tentoonstelling gewijd aan de allerbeste illegale literatuur, de beschikking te krijgen over de collectie van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek, aangevuld met een aantal curiosa uit de particuliere verzamelingen van enkele leden. Daarnaast vond het bestuur de Wereldbibliotheek bereid een rijmprent voor de Maatschappij uit te geven, waarvoor ons medelid de dichter Ed. Hoornik zijn gedicht ‘Nederland’ afstond, terwijl Pam G. Rueter de illustratie verzorgde. De baten zijn bestemd voor de nagelaten betrekkingen van verzetstrijders-letterkundigen.
Zolang de Maatschappij zich genoodzaakt ziet de Jaarvergadering ontheffing te vragen van art. 60, lid 3 der Wet, zoals helaas ook thans weer het geval is, voorzien de reeksen der Zwolse Drukken en Herdrukken en de Nederlandse Klassieken - waaraan binnenkort nog een