Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1952-1953
(1952-1953)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAangezien de bibliothecaris in het buitenland vertoeft, leest de heer De Tollenaere diens verslag voor van de staat der bibliotheek. | |
V. Verslag van de bibliothecaris aant.V. In verband met de in het algemeen ongunstige financiële toestand van de Maatschappij stond de bibliotheek na vermindering van de vaste kosten voor de ruilexemplaren van het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, voor bindwerk e.d., slechts een bedrag van ƒ 600,- ter beschikking voor het aankopen van boeken en tijdschriften. Ik meende daarom allereerst mijn aandacht te moeten richten op de mogelijkheden om in deze toestand verbetering te brengen. Zodoende werden in het lopende verslagjaar de volgende middelen ter verbetering beproefd, al of niet met groter of geringer resultaat. | |
[pagina 201]
| |
1o. Op initiatief van een der leden werd aan alle leden der Maatschappij een circulaire toegezonden, waarin om een bijdrage voor het bibliotheekfonds werd verzocht. De betreffende circulaire, die op 1 Februari ter verzending gereed lag, kon in verband met de toen plaats vindende nationale ramp eerst enkele maanden later worden verzonden. Op deze wijze werd reeds een niet zo gering bedrag voor het bibliotheekfonds verkregen. Op alle leden, die nog geen bijdrage voor genoemd doel hebben afgestaan, moge hierbij nog eens een beroep worden gedaan. 2o. Aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen werd een verzoek gericht om toekenning van een algemene subsidie aan de Maatschappij. Daarbij werd tevens een bescheiden bedrag gevraagd voor de bibliotheek. Een nadere gunstige beslissing hieromtrent wordt voor het volgend jaar tegemoet gezien. 3o. Aan het Bestuur van het Prins Bernhard Fonds werd om een bijdrage verzocht ten einde de grote achterstand in te halen in de aankoop van de voor de bibliotheek het meest benodigde werken. Dit verzoek heeft echter tot geen resultaat geleid. 4o. Ter besparing van de huurkosten in pand Rapenburg 61 werden in de Universiteitsbibliotheek twee lokaliteiten ter beschikking gesteld voor het houden van bestuurs- en commissievergaderingen. 5o. Voorts werd van het aan de bibliothecarisfunctie verbonden honorarium afgezien. Het is te betreuren, dat het hiervoor bespaarde bedrag, evenmin als het onder 4o bedoelde, ter beschikking kon worden gesteld voor de bibliotheek, in verband met de ongunstige financiële omstandigheden, waarin de Maatschappij zich bevindt. 6o. Op enkele personen werd een bijzonder beroep gedaan ten behoeve van de bibliotheek. Met bijzondere erkentelijkheid moge hier vermeld worden het belangrijke legaat ad ƒ 5000,-, hetwelk wijlen Mevrouw H. de Cock-Boom aan de bibliotheek schonk. Voor een gedeelte van dit bedrag werden twee kostbare handschriften gekocht, waaromtrent in het volgende nog enkele gegevens zullen worden medegedeeld. Door een ander zeer belangstellend lid - de naam moge hier voorlopig onvermeld blijven - werd een toezegging gedaan in eenzelfde zin. 7o. Aan enige tientallen Nederlandse en Vlaamse uitgevers werd verzocht een exemplaar van alle door hen uitgegeven werken, die van belang zijn voor de bibliotheek der Maatschappij, af te staan. Aan dit verzoek werd op uitgebreide schaal gevolg gegeven, zodat meer dan 300 | |
[pagina 202]
| |
boekwerken, nagenoeg geheel van belletristische aard en van recente datum, gratis werden verkregen. Voor de namen van de in dit opzicht belangrijkste uitgevers zij verwezen naar de elders in dit Jaarboek afgedrukte bijlage. 8o. Van enigszins andere aard was het beroep, dat door mij gedaan werd op vele Nederlandse auteurs om handschriften van hun al of niet gepubliceerde werken af te staan. Ook aan dit verzoek werd in ruime mate gevolg gegeven, zodat o.a. van de volgende letterkundigen handschriften ontvangen werden: A. Defresne, Baronesse A. van Haersolte-van Holthe tot Echten, Ed. Hoornik, C.J. Kelk, Matthias en Pierre Kemp, Marie Koenen, Clare Lennart, M. Mol, Siegfr. E. van Praag en Annie Salomons. Belangrijk was de aankoop van twee andere handschriften, waarvoor steun aan het Prins Bernhard Fonds werd gevraagd. Het ene handschrift, gebonden in een fraaie perkamenten band met gouden wapenstempel, bevat waarschijnlijk het oudste pseudo-Bonaventura-Ludolphiaanse leven van Jezus, dat overgeleverd is. Het werd vermoedelijk in 1409 geschreven in het Groot Begijnhof te Haarlem en is vanwege zijn dus vroeg gedateerde en gelocaliseerde tekst voor de Nederlandse philologie van bijzonder belang. Het andere handschrift, in geheel gave band met paneelstempel van het Lam Gods, is een getijdenboek met zeer fraaie randversieringen op alle blz., in een stijl, die in de 2e helft der 15e eeuw in Noord-Holland gebezigd werd. Opmerkelijk is in iconographisch opzicht ook de miniatuur, welke de annunciatie voorstelt op een houten toneeltje in een kerk. Wat de andere aanwinsten betreft, zij nog medegedeeld, dat in het vorig verslagjaar in totaal 182 boekwerken werden verkregen en in dit jaar 438, waarvan door schenking 384 (vorig jaar 115) en 54 door aankoop (vorig jaar 67). Het totaal aantal door ruil verkregen vervolgwerken bedroeg 120, het totaal aantal overdrukken 166 (vorig jaar: 11). Het totaal aantal binnen- en buitenlandse instellingen, waarmee ruilverkeer onderhouden wordt, bedroeg 159 (vorig jaar 92). Ik moge dit verslag besluiten met een beroep te doen op aller steun en belangstelling, opdat de bibliotheek der Maatschappij de huidige moeilijkheden weer spoedig zal zijn te boven gekomen. Omvang en inhoud van deze bibliotheek, met haar duizenden middelnederlandse en andere handschriften en haar meer dan 75000 boekwerken | |
[pagina 203]
| |
vormen een te kostbare erfenis aan Nederlandse cultuur, dan dat daartoe niet alle krachten zouden moeten worden ingezet. |
|