Riche de heren Garmt Stuiveling en Albert Vogel Jr op voor een talrijk gehoor. De administratie van deze zeer geslaagde bijeenkomst heeft geheel in de handen van de firma Scholtens gelegen, die ook het leeuwendeel van de kosten voor haar rekening heeft genomen. In een zijzaaltje was een kleine tentoonstelling van Couperus-uitgaven ingericht.
In verband met deze herdenking was de gewone November-vergadering uitgevallen; het bestuur heeft daarom gebruik gemaakt van de ten vorigen jare verleende bevoegdheid om in December naar omstandigheden al of niet een ledenvergadering uit te schrijven. Ditmaal was daartoe alle aanleiding en zo heeft op 13 December Dr Sierksma, als invaller, gesproken over Arthur Koestler. Een meer omvattende lezing, die Dr Sierksma voor een later tijdstip had toegezegd, ligt nog in het vooruitzicht.
In Januari werd de maandelijkse vergadering in Leeuwarden gehouden. Zij was zeer slecht bezocht. Daarom heeft het bestuur Dr Kok uitgenodigd zijn zeer belangwekkende voordracht in het komende seizoen nog een maal te willen houden en dan op een bijeenkomst te Groningen. De spreker heeft daarin toegestemd.
De vergadering van 12 Februari te Groningen heeft ten gevolge van de weersgesteldheid op die dag een ietwat bijzonder karakter gedragen. De bus, waarmee de spreker, Dr G. Das, uit Emmen zou komen, bleef in de sneeuw steken. Gelukkig verklaarde zich Ds Smits, die mede aanwezig was, bereid in te springen met een causerie over Geestelijk leven ten platten lande, zodat de leden, die storm en sneeuw hadden getrotseerd om ter vergadering te komen, niet onbevredigd naar huis behoefden terug te keren.
Op 14 Maart sprak Mejuffrouw Dr C.W. Roldanus over De achtergronden van Oudaen's Servetus.
Na het huishoudelijk gedeelte van de jaarvergadering, sprak op 11 April Mevrouw Dr Hartgerink over Verkeersbehoeften en spoorwegplannen in het midden der negentiende eeuw.
Aan de op 17 en 18 April te houden Academie-dagen te Assen, werd ditmaal door ons alleen medewerking verleend door onze leden een convocatie te zenden.
In 1952 heeft de noordelijke afdeling weer de teleurstellende ervaring gehad, dat van de door haar leden voorgestelde candidaten niemand tot het lidmaatschap der Maatschappij werd toegelaten. Toch werd onze kring verrijkt met Professor Beyen, van elders overgekomen; door ver-