lijke wijze gezien en dikwijls met bewonderenswaardige plastiek uitgebeeld, worden er de spiegel van het eigen bewogen hart. Een reeks van gestalten, ontleend aan de literatuur - met name de Odyssee - en aan sprookjes, of die een visie geven op figuren, met wie de dichter in de geest een persoonlijke ontmoeting had, - gelijk Blumhardt -, groeiden niet alleen tot originele herscheppingen, maar kregen de waarde van visionnaire beelden, waaraan de dichter zijn eigen leven meet. Hoewel de problematiek en de angst van de tijd en van de eigen ziel zeker in deze gedichten niet ontbreken, zijn de overwegende en wonderlijk harmoniërende eigenschappen van deze poëzie een diep en innig drinken van de goedheid van het leven en een heimwee, daarachter en daar bovenuit, naar een volkomen vervulling achter tijd en dood. De geestelijke hartstocht, die dat laatste kenmerkt, smelt wonderwel samen met de blijde mildheid van het eerste. In de zang, waarin dit tegelijk vurige en droomverzonken leven zich uitspreekt, vallen sterke traditionele elementen op, maar onmiskenbaar is de echtheid van de eigen toon. De bewijzen van een innerlijk groeiend, zuiver dichterschap, die deze gedichten tot een sterke belofte maken, geven aan de Commissie de volle vrijmoedigheid hun dichter voor de Van der Hoogt-aanmoedigingsprijs voor te dragen.
Advies van het Bestuur
Het Bestuur beveelt de Vergadering aan het door de Commissie voor Schone Letteren uitgebrachte advies te volgen en aan de dichter J.W. Schulte Nordholt de prijs toe te kennen voor zijn verzenbundel ‘Levend Landschap’.
Dit advies wordt bij acclamatie aangenomen.
Na een geanimeerd noenmaal in Café-Restaurant ‘Het Gulden Vlies’, opent Dr P.H. Ritter Jr de middagzitting met een voordracht over ‘Literatuur en Landschap (een psychologische beschouwing).