werd het nieuwe verenigingsjaar geopend met de voordracht van Dr Lindeboom over Austin Friars te Londen.
De bijeenkomst van 13/5, de laatste voor de zomer, droeg een enigszins afwijkend karakter: men begon in het academiegebouw, waar Dr Vorenkamp een causerie met lichtbeelden hield over Breugel naar aanleiding van diens schilderij ‘De Hooimaand’, in de pauze verplaatste het gezelschap zich naar het Gemeente Museum, waar Mej. M. de Visser een collectie Chinees porcelein demonstreerde.
Gedurende de winter 1950-1951 spraken achtereenvolgens:
op 14 October Dr Wumkes over: Friese Historiographie in de Overgangstijd tussen Middeleeuwen en Renaissance;
op 10 November Dr Sneyders de Vogel over: De Taalstrijd in Zuid-Frankrijk;
op 13 Januari Dr Brouwer in een vergadering te Leeuwarden over: E.B. Folkertsma, een Fries Prozaïst;
op 17 Maart Dr Plessner over het onderwerp: Tussen Nederland en Duitsland.
Op de vergadering te Leeuwarden was nu inderdaad een vrij groot aantal Friezen aanwezig. Wat deze voordracht betreft is aan het secretariaat der Algemeene Maatschappij het verzoek uitgegaan haar een plaats te geven in het Jaarboek.
Na overleg op de ledenvergadering van Januari besloot het bestuur de Februari-bijeenkomst te laten uitvallen in verband met de vervolgcolleges, dieop de Zaterdagen 10/2 tot en met 10/3 aan de Groningse Universiteit zouden worden gegeven.
De vraag of men zich voor de vergaderingen van de Maatschappij aan de Zaterdagmiddagen gebonden moet achten, werd opnieuw besproken; de éne vergadering, die op een Vrijdagavond was uitgeschreven, is slecht bezocht geweest.
Plannen om in samenwerking met het Drentsch Genootschap de Vlaamse schrijver Hubert Lampo uit te nodigen voor een voordracht, moesten worden opgegeven, daar de heer Lampo, ofschoon reeds eerder voorlopig contact met hem was opgenomen over deze mogelijkheid, op het daartoestrekkend verzoek niet heeft geantwoord.
Reeds in het begin van het najaarsseizoen berichtte ons bestuurslid voor Drente, dat hij de vergaderingen van de Maatschappij der Letterkunde niet zou kunnen bijwonen, omdat zijn Zaterdagmiddagen met ander werk bezet zijn. Hij wilde zich daarom als bestuurslid terugtrek-