Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1950-1951
(1950-1951)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 221]
| |
Verslagen | |
[pagina 223]
| |
Verslag van de jaarlijkse vergadering te Leiden 21 juni 1950De beschrijvingsbrief luidde:
Leiden, Mei 1950
M.
Het Bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde nodigt U uit tot het bijwonen van de jaarlijkse vergadering, tevens herdenking van de verlening van het Octrooi der H.H. Staten van Holland en West-Friesland op 28 Mei 1775, op Woensdag de 21ste Juni 1950 te Leiden in het Academiegebouw, Zaal XI, Rapenburg 73. Aanvang 10.30 uur.
De orde der werkzaamheden is als volgt: I. Opening van de vergadering door de voorzitter, de heer Mr P.J. Idenburg. II. Verslag van de staat der Maatschappij en van haar belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het jaar 1949-'50. III. Verslag van de staat der Afdeling voor de drie Noordelijke Provinciën gedurende hetzelfde tijdsverloop. IV. Verslag van de staat der Afdeling voor de Zuid-Oostelijke Provinciën gedurende hetzelfde tijdsverloop. V. Verslag van de staat der bibliotheek gedurende hetzelfde tijdsverloop. VI. Verslag omtrent de rekening en verantwoording van de penningmeester. VII. Overzicht van de verslagen der vaste commissiën. VIII. Voordracht door Dr J.C. Brandt Corstius: LETTERKUNDIGE STROMINGEN EN -KRITIEK IN NEDERLAND TIJDENS DE EERSTE LEVENSJAREN VAN DE MAATSCHAPPIJ
IX. Bekendmaking van de uitslag der stemming over de te benoemen leden (zie bijlagen). Ieder gewoon lid is gerechtigd, zijn stem uit te brengen omtrent de vraag, welke leden worden benoemd. Zij die van dat recht gebruik maken, zorgen dat het hun nevens de candidatenlijst toegezonden stembiljet, duidelijk ingevuld en met hun naam ondertekend, uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de jaarlijkse vergadering is ingekomen bij de secretaris. Een in de voorafgaande maandvergadering te benoemen commissie van te Leiden of in de naaste omgeving van Leiden woonachtige leden maakt de uitslag der stemming de avond te voren op, en deelt die aan de vergadering mede (art. 8 der Wet). X. Stemming over de toekenning van de prijs voor meesterschap, groot ƒ 1000.-, voor de periode 1944-'49, op voordracht van de commissie voor geschied- en oudheidkunde (zie bijlage). | |
[pagina 224]
| |
XI. Stemming over de toekenning van de prijs van aanmoediging, genaamd Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs, voor de periode 1949-'50 (zie bijlage). XII. Bekendmaking van het door het bestuur bekroonde sonnet, waarvoor ter feestelijke herdenking van de verlening van het Octrooi op 28 Mei 1775 een som van ƒ 300.- is uitgeloofd (zie onder1)). XIII. Voordracht van Dr H. de Buck:
DE NEDERLANDSE TAALKUNDE TIJDENS DE EERSTE LEVENSJAREN VAN DE MAATSCHAPPIJ
XIV. Voordracht door de heer G.M. de Gelder:
CULTURELE ASPECTEN EN PERSPECTIEVEN IN NEDERLAND OMSTREEKS 1775
XV. Vaststelling van de jaarlijkse bijdrage (art. 12 der Wet). Het bestuur stelt voor deze te handhaven op ƒ 10.-. XVI. Verkiezing van vier bestuursleden (art. 23 der Wet; zie het bijgevoegde stembiljet). XVII. Verkiezing van leden in vaste commissiën (art. 56 in 63 der Wet; zie het bijgevoegde stembiljet). XVIII. Verkiezing van vertegenwoordigers van de Afdeling voor de drie Noordelijke Provinciën, de Afdeling voor de Zuid-Oostelijke Provinciën en de Afdeling België in het bestuur (zie het bijgevoegde stembiljet). XIX. Voorstel van het bestuur tot dispensatie van art. 63/3 der Wet (zie onder2)). XX. Vaststelling van dag en uur (Vrijdagavond of Zaterdagmiddag) der maandelijkse vergaderingen. XXI. Verkiezing van een voorzitter. XXII. Rondvraag.
(XII) 1) De aankondiging dienaangaande luidde:
L.S.
Ter feestelijke herdenking van het 175-jarig bestaan van het Octrooi der H.H. Staten van Holland en West-Friesland, waarbij de in 1766 opgerichte Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden op 28 Mei 1775 werd bevestigd, looft het Bestuur dezer Maatschappij een som uit van ƒ 300.- voor het beste Nederlandse sonnet dat vóór 28 Mei 1950 bij de secretaris binnenkomt. Dit sonnet moet geschreven zijn in de Nederlandse taal, waaronder verstaan wordt onze taal in al haar schakeringen, het Zuid-Afrikaans inbegrepen, en mag nimmer zijn gepubliceerd. De mededinging staat open voor iedereen, dus ook voor niet-leden der Maatschappij. Alleen de sonnetvorm is voorgeschreven; in het onderwerp wordt men geheel vrijgelaten. Het Bestuur zelf behoudt zich de beoordeling voor en zal zijn beslissing bekend maken op de jaarvergadering van 21 Juni 1950. De inzending moet getypt en onder pseudoniem of motto, met vermelding van de naam van de dichter(es) in een bijgevoegde, gesloten enveloppe, uiterlijk op 28 Mei 1950 toegestuurd worden aan de secretaris, F.P. Huygens, Duinrell 1, Wassenaar. Het Bestuur verzoekt de leden dringend aan dit bericht in zo breed mogelijke kring bekendheid te geven. | |
[pagina 225]
| |
(XIX) 2) Art. 63/3 luidt: ‘Op de begroting wordt elk jaar een bedrag, vertegenwoordigende ten minste 10 procent der jaarlijkse inkomsten, uitgetrokken voor de eigen uitgaven der Maatschappij, ongerekend het bedrag, dat daartoe uit het Fonds beschikbaar wordt gesteld’. |
|