een dichtstuk, dat in dertig strofen van ieder tien regels, gevolgd door een korte epiloog, de gemoedsontwikkeling van een hedendaags geestelijk avonturier schetst door haar te confronteren met herinneringen uit de Odyssee. Vooral op dit laatst genoemde geschrift wil de commissie bijzondere aandacht vestigen. Zij heeft in beraad gestaan, of zij niet Odysseus' terugkeer ter bekroning voordragen zou, met de bijvermelding, dat van dezelfde schrijver ook Doortocht verscheen.
Immers, terwijl men naar aanleiding van een oorlogsdagboek altijd kan blijven twijfelen, of de betoonde schrijvershoedanigheden niet incidenteel zijn, geeft een sterk doorvoeld en gaaf gecomponeerd dichtwerk betrouwbare verzekering van aanleg en talent. Na de uitgave van Odysseus' terugkeer staat wel vast, dat wij in Bert Voeten niet de toevallig gelukkige uitwerker van een goede inval ter bekroning voordragen, doch een begaafd jong letterkundige met een scherpe, werkelijkheidsgetrouwe en gevoelige prozastijl en een dóórdringende, door oefening en eruditie verfijnde, dichterlijke zeggingskracht.
Moeilijker was het, tot overeenstemming te komen over de tweede candidaat. Na rijp beraad, stelt de Commissie voor, de Lucie B. en C.W. van der Hoogt-prijs toe te kennen aan de schrijver J.J. Klant voor zijn boekwerk De geboorte van Jan Klaassen.
Onder de geschriften van de laatste tijd munt dit werk uit door een zeldzame speelsheid van de verbeelding. De schrijver heeft humor. Maar hij wist zich ervoor te behoeden. Hij heeft zich niet door zijn gevoel voor humor laten misleiden tot het ontwerpen van een leuke, dolle, maar oppervlakkige Jan Klaassenklucht. Integendeel, de hoofdfiguur van zijn verhaal, de bekende poppenkastheld, wordt door de geestige verteltrant gemaakt tot een vertegenwoordiger van het moderne levensgevoel. Ware het werkje, blijkens het onderschrift, niet tijdens de bezetting vervaardigd, men zou het kunnen houden voor de opzettelijk bedoelde weergave van het gevoel van onbehagen, na de oorlog aan vele Nederlanders eigen. Dit is een zwevend onbehagen, bij sommigen geconcretiseerd tot bepaalde ontevredenheid, maar bij anderen, wellicht de meesten, vaag en vormloos, doch pijnlijk waarneembaar. De schrijver heeft geduldig gewerkt aan zijn verhaal. Het draagt hier de kenmerken van. In samenstelling en schrijftrant mist het iets spontaans, dat men bij een spelende fantasie gaarne als natuurlijk en onontbeerlijk beschouwt. Hier staat tegenover, dat de gestalte van de held zorgvuldig is uitgebeeld en dat de losse taferelen, waaronder echte meesterstukjes zijn, voorbeeldig werden