Steeds verbonden aan het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar hij gedurende de laatste oorlog bij de censuur en de Radio werkzaam was, volgde hij het in 1940 naar Bordeaux. Waarschijnlijk omdat hij niet mee kon gaan met de daar heersende geest, kreeg hij zijn ontslag zonder dank en zonder toekenning van pensioen. Oververmoeid trok hij zich in zijn geboortestreek terug, waar hij veertien dagen later, gekweld door toekomstzorgen, overleed.
Van Eyquem's arbeid is weinig terug te vinden. Er verscheen slechts zelden een oorspronkelijk gedicht van hem in een tijdschrift; hij vernietigde vaak wat hij schreef en uitgegeven had. Zijn bekendste gedicht, is het reeds genoemde Le Cygne, verschenen in de Revue Blanche van 1 September 1898, onder het pseudoniem H.P. Harlem, waaronder hij zich gewoonlijk verschool. In de Revue Musulmane van December 1922 publiceerde hij een studie over La IIIième Internationale et le syndicalisme à Java, en Indonésie. Hij schreef vertalingen van dicht en proza uit de werken van onze vooraanstaande schrijvers, zijn tijdgenoten. Zij verschenen o.a. in de tijdschriften Les Marges en Le Monde nouveau. Ik noem hiervan Histoire du Joueur de flûte et de la belle danseuse van Augusta de Wit, in Le Monde Nouveau, 1930.
Onder de volgende titels vertaalde hij in Nederland verschenen boeken in het Frans:
Ellen Forest, Yuki San, Paris, 1925.
Th. B. van Lelyveld, La danse dans le Théâtre javanais, Paris 1931 (Préface de Sylvain Lévi).
R.H.W. Regout, La Doctrine de la guerre juste de saint Augustin à nos jours, d'après les théologiens et les canonistes catholiques, Paris, 1934 (proefschrift).
Van het Frans in het Nederlands vertaalde hij: J. Romieu, De bolschevistische publicaties en de Fransche politiek. (Zwartboek en Geelboek) Paris, 1923. (Brochure).
Met grote toewijding en bekwaamheid werkte Paul Eyquem aan de hem opgedragen vertalingen. Zijn weinige vrienden die nog in leven zijn zullen zich de bescheiden literator met zijn veelomvattende kennis, zijn fijne geest en zijn liefde voor schoonheid, met ontroering herinneren, de man die geen hoge eisen aan het leven stelde, roem weinig telde en tevreden was met zijn teruggetrokken bestaan in een bouwvallig paviljoentje, temidden van gelijkgestemde kunstenaars.
C. Serrurier