[IX.] Verslag van de commissie voor het jaarboek
IX. Bij afwezigheid van Dr A.A. van Rijnbach leest de secretaris van de Maatschappij het verslag van de Commissie voor het Jaarboek voor.
Door de bijzondere tijdsomstandigheden vergaderde de Commissie na 5 Juni 1944 niet vóór 31 Augustus 1945, voorts op 8 November van dat jaar en op 9 Mei 1946, zoodat een samenvatting der beide vereenigingsjaren 1944/45 en 1945/46 in één verslag gerechtvaardigd is. De Commissie bestaat thans door het uittreden van Dr J. van Ham uit de heeren Prof. Dr G. Sevenster, door de Jaarvergadering van 11 Aug. 1945 benoemd, Prof. Dr J.J.L. Duijvendak, die door zijn opnieuw toetreden als lid van de Maatschappij geacht werd ook zijn werkzaamheid als lid der Commissie hervat te hebben, en Dr J.J. de Gelder; voorts de heeren G.I. Lieftinck, Dr K.H. Heeroma en Dr A.A. van Rijnbach als raadgevende leden, waarvan laatstgenoemde als waarnemend secretaris fungeert. Daar op grond van art. 67, 4 de Commissie uit vier leden bestaat, is aanwijzing van een vierde lid door het Bestuur noodzakelijk geworden; daar Dr Van Gelder niet langer lid van het Bestuur is, is benoeming van een ander lid van het Bestuur in de Commissie vereischt.
Het Jaarboek 1942/43 kon in verband met de papiertoewijzing niet onder den titel Jaarboek verschijnen, zoodat de oude naam Handelingen en Levensberichten gekozen werd. De Commissie is van meening, dat