Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1945
(1945)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 306]
| |
Waarde medeleden,
Uw voorzitter heeft thans een moeilijke en bedroevende plicht. Hij moet U mededeeling doen van de namen van een 23-tal leden onzer Maatschappij, die in de achter ons liggende week in overeenstemming met het unaniem advies van de daarvoor ingestelde Commissie door het Bestuur - dat daartoe van de Algemeene Vergadering van 11 Augustus de bevoegdheid gekregen had - van het lidmaatschap der Maatschappij zijn vervallen verklaard op grond van hunne algemeene houding in de jaren, dat de vijand ons land had bezet. Dat daaronder personen zijn aan wie onze Maatschappij in het verleden veel te danken heeft, maakt deze uitspraak nog meer bedroevend dan zij op zichzelf al moet zijn. Het zou beter geweest zijn als onze Maatschappij in deze noodzaak tot royement niet gebracht ware. Maar nu eenmaal hunne houding ons hiertoe heeft genoopt, moeten wij dezen maatregel nemen met volle overtuiging en in vollen omvang. Twee opmerkingen vooraf. Gij zult hier alleen Nederlandsche namen hooren; onze Belgische leden zullen binnenkort hun eigen zuiveringsvoorstel doen, en omtrent de Duitsche leden ontbreken ons vooralsnog alle gegevens; ten opzichte van hen nemen wij dus een afwachtende houding aan; dat wij practisch met hen in aanraking zullen komen is toch voorloopig onwaarschijnlijk. Het bestuur blijft echter in deze diligent. De 23 namen zijn: dr Th. Baader, dr E. Ch. G. Brünner, dr F.C. Bursch, W.J.J.C. Bijleveld, dr F.A.C. van Dam, Jan H. Eekhout, dr J. van Ham, dr D. Hannema, Roel Houwink, mr Joh. Huyts, mr H.A. Idema, mr W. van Iterson, dr André Jolles, C. van der Lugt Melsert, dr D. Kalma, mr A. Meerkamp van Emden, dr K.H. de Raaf, dr F. Roels, dr J. Theunisz, dr J. van der Ven, dr J. de Vries, M.M. de Vries-Vogel, D. Wouters. De heeren Meertens, Ter Laan en Schotman stellen naar aanleiding hiervan eenige vragen en maken opmerkingen, waarop de voorzitter verklaart dat er steeds gelegenheid blijft, om op deze beslissingen terug te komen; de betrokkenen kunnen er tegen protesteeren en hun recht op antwoord, wanneer zij vragen naar de redenen van hun schorsing, wordt erkend. Het besluit om hen te royeeren wordt dan goedgekeurd. |
|